vrijdag 10 december 2010

Nat maar niet ontremd

Geheel oneens ben ik het met Cees, mijn psychiater. Hij vindt me te druk; véél te druk zelfs. Hij wil dat ik bloed ga prikken. Controle op het lithiumgehalte. Okee........hij zijn zin……ik weet dat er niks aan de hand is....... dus ik ga naar de bloedprikcentrale. De prikmevrouw prikt pijnloos. Puik. Vrij snel lopen de bloedbuisjes vol met mijn bloed. De uitslag van het bloedonderzoek gaat naar Cees. Over een paar dagen hoor ik het wel….of niet. Als het goed is hoor ik niks. Ik heb nog nooit wat gehoord; en ik weet zeker dat het nu ook goed zit….dat wéét ik gewoon…….ik ben toch niet gek……......ooit wel eens geweest......……maar zeker niet nu.

Pokkenweer. Het is van die regen, niet eens hard, miezeregen, noemen ze dat geloof ik. Binnen twee minuten ben ik doornat. Regenpak ligt thuis in de berging, lekker slim. Over een uur word ik verwacht bij Mina. We gaan lunchen. Mina woont hooguit vijf minuten fietsen van hier maar ik kan nu echt nog niet bij haar aankomen. 
Ga, om de tijd te doden, even naar café-restaurant Dudok, een cappuccinootje doen.
Godver, wat ben ik doorweekt.  Bij Dudok loop ik te soppen in mijn schoenen. Ik heb een langgerekt waterspoor achtergelaten van de ingang tot hier, naast m´n tafeltje. Om mijn schoenen heen ontstaat nu een klein vijvertje. Gelukkig is het niet koud.
´Wat had u gewenst meneer?´ vraagt de ober.
´Eh,......ja, doet u mij maar wat droge kleren, maatje 52, een paar droge zwarte schoenen, maat 46 en een cappuccino!' 
'Neen  meneer, helaas, aan  kleren en schoenen kan ik u niet helpen; een cappuccino kan ik u zo dadelijk brengen.' Obertje heeft duidelijk geen gevoel voor humor.
'Goed, doe dan maar alleen die cappuccino.'
Als Cees, mijn psych, zou, als hij dit gesprekje tussen mij en die ober had gehoord, zeggen:
'Kijk Jee, dit bedoel ik nou precies; je bent volgens mij wat ontremd. Ik heb mijn twijfels over je medicijntrouw.
Als ik grapjes maak ben ik blijkbaar niet in orde volgens Cees Chagrin.

Aan de grote tafel voor me, zitten elf mensen;  een twaalfde, een heer, staat luidruchtig afscheid te nemen van zijn gezelschap. De overige gasten van Dudok hebben er natuurlijk niks mee te maken dat die persoon naar naar Afrika gaat. Hoe dan ook iedereen in Dudok en misschien zelfs ook wel geïnteresseerde voorbijgangers zijn er nu van op de hoogte dat meneer gaat werken bij een grote oliemaatschappij in Nigeria. Zijn schreeuwerige afscheidsspeech zingt irritant rond in de niet geringe ruimte van Dudok. Voor de overige gasten erg fijn, dat hij niet zo lang speecht. Dan staat hij vrij abrupt op en glijdt pardoes uit over het door mij gemorste regenwater.
‘Godverdegodver,’ hoor ik.......zijn chique beige regenjas is van zijn kont tot aan zijn hielen zeiknat.
‘Ach,' grapt een collega, 'tegen de tijd dat je in Ghana bent is je jas wel weer droog.’ 
‘Ik ga helemaal niet naar Ghana, man, ik ga naar Nigeria, dat is nogal wat anders.......tssssj!'
Er worden 'luchtkusjes' uitgewisseld, de een wat luchtiger dan de ander. Tijd om te gaan: hij trekt zijn koffer, een Oilily Upright, in de richting van de uitgang, alwaar een taxichauffeur op hem wacht. Nog één keer draait hij zich om; zwaait naar zijn oud collega's, roept veel te lawaaierig gedag en verdwijnt uit beeld.

Ik blijf zitten achter een Volkskrantje. Neem een slok van mijn cappuccino; bluhhh slap en lauw. Alleen in Italië maken ze goede cappuccino’s. 
Gek, maar opeens voel ik me hier verloren, alleen. Ik weet het, ik doe het helemaal zelf. Zonder me af; scherm me af. Eigenlijk hoef ik nu ook niet zo nodig contact met iemand. Waar zo'n rare gevoelsstroom dan ineens weer goed voor is Ik weet het echt niet. Stom!

Blader verder mijn krantje door. Straks naar Mina. Doe mijn ogen even dicht en zie haar dan voor me: lieve glimlach, warme bruine ogen, lang glanzend zwart haar tot op haar schouders. Ze is leuk. Ze is lief. Ze is slim.
De obers mopperen nog wat na over die luidruchtige Afrika-ganger: ‘zo poenerig doen en dan te krenterig zijn voor een klein beetje fooi.

Schuin voor me zitten, aan een tweepersoonstafeltje,  een stevig gebouwde Turk en een klein meisje, zijn dochter neem ik aan, appeltaart te eten. Hij  heeft zijn stuk al lang op: binnen de minuut drukte hij zijn appeltaart naar binnen. Nu geniet paps volop van zijn smullende kleine meid: als zij haar mondje opent voor een stukje taart, gaat pappa's mond ook automatisch open.........schitterend om te zien!
Buiten regent het gestaag. Ik bestel  nog een Express en vraag de ober om mij ook zo'n stuk appeltaart te brengen als waar dat meisje van zit te smullen.
Ik heb het nog maar net besteld of twijfel bekruipt mij alweer. Misschien kan ik het maar beter niet doen, dat taartje, ‘t bederft mijn eetlust alleen maar.........dan eet ik weer minder van het lekkers dat Mina voor mij (en natuurlijk ook voor zichzelf) aan het maken is.
‘Ober…….ober….’
‘Wat wenst u meneer?’
‘Dat ...eh....stukje appeltaart, ober, dat ik net bestelde, daar zie ik toch maar vanaf. Ik hou het wel alleen op die cappuccino, sorry hoor.’
‘Och welnee, geen enkel probleem meneer.’
Aardige vent toch wel.....valt mee.

Hier bij Dudok kom ik nooit zo even vlug-vlug tussen het shoppen door. Ik neem er de voor om hier even lekker rustig te zijn. Mensen kijken en eerlijk is eerlijk ook om zelf gezien te worden. Vandaag ben ik daar alleen niet zo blij mee, nu ik er uitzie als een verzopen kat.
Tijd om naar Mina te gaan. Ze zal me toch niet weigeren in mijn natte kloffie?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten