Ondanks kou, wind en sneeuw ga ik het toch weer eens proberen. Een trainingsloopje van pakweg vijf kilometer. Doe ik een halfuurtje over. ’t Is een geringe afstand maar meer durf ik niet aan. Ik moet voelen hoe m’n knie het houdt. De laatste keer, twee maanden terug alweer, gaat het de eerste drie kilometers prima maar dan komt er een pijntje op aan de linker-zijkant van mijn rechterknie, een alsmaar toenemende pijn……het laatste stuk naar de auto kan ik slechts strompelen.Ik begin op de parkeerplaats van het Femke Halsemapark. Natuurlijk eerst de nodige rek- en strekoefeningen. Op mijn eerste meters merk ik aan de stevige condenswolk die mijn uitademing vormt, dat het echt heel koud is. In de krant lees ik deze ochtend dat het in november niet zo koud is geweest sinds 1901.
Laveren tussen grote hopen koeienstront op mijn route, is, zo aan het begin van deze training de grootste moeilijkheid. Galloway-runderen lopen hier vrij rond, althans, door water en wildroosters geïsoleerd van de rest van het park. Waarom deze edele beesten juist de voetpaden zo moeten onderschijten is me niet geheel duidelijk. De stront die op deze paden ligt is waarschijnlijk slechts een miniem deel van wat in totaal door die beesten gescheten wordt in dit park.
Met mijn thermo-outfit ben ik erg blij vandaag. Een bijpassende pet en schoenen krijg ik overmorgen als Sinterklaas-surprise. Isolerende sokken heb ik nu aan; dat scheelt in ieder geval wàt.Van zo’n galloway heb je, op die stront na, nauwelijk last. Het zijn lieve runderen. Ze komen oorspronkelijk uit Schotland. In parken, zoals dit Femke Halsemapark hier, mogen ze van de overheid een beschermd leventje leiden, onder andere om het gras een beetje kort te houden.
Met lopen gaat het goed! Ben nu één kilometer onderweg. Mijn ademhaling is nog iets te wild. Dat komt zo wel goed. Beetje koppijn. Mijn voorhoofd. In het midden net boven mijn neus. Dat zal wel van de kou zijn. De galloway heeft door zijn ruige vacht helemaal geen last van de kou. Deze runderen zouden, ook als het nog veel kouder wordt, hier gewoon kunnen blijven rondpoepen.
Mijn ademhaling is nu lekker regelmatig. Heb net, zo halverwege, nog even gerekt. De condensrookpluimpjes komen nu overal mijn renpak uit. Tot mijn grote vreugde sputtert mijn knie nog steeds niet. Zelden zo weinig mensen gezien in dit park. Wel begrijpelijk. De gevoelstemperatuur ligt nog eens tien graden lager dan de werkelijke temperatuur: min achtendertig nu. Ik ben waarschijnlijk de enige gek, die op deze dag zo nodig moet gaan hardlopen.
Het eindpunt van mijn loop is vlakbij 'het' gedenkteken. Een jongetje van zeven en meisje van zes jaar zijn hier aan het spelen; een paar jaar terug. Komt er opeens een engerd, die vermoordt het kleine meisje, onder de ogen van haar vriendje. De engerd neemt snel de benen. Het gebeurt allemaal in een mum van tijd. Maar de engerd ontloopt zijn straf niet. Hij krijgt twintig jaar, die gek.
Mijn knie heeft het gehouden. Super. Zevenentwintig minuten…vijf kilometer. Tot slot nog even rekken en strekken. De lieve galloway-lobbes snapt niks van wat ik aan het doen ben, hij lijkt me geamuseerd gade te slaan terwijl hij met zijn uitademening het monumentje verwarmt. Vlug naar huis; warme douche.Op weg naar huis, krijg ik , in de auto, zomaar ineens een huilbui.
Laveren tussen grote hopen koeienstront op mijn route, is, zo aan het begin van deze training de grootste moeilijkheid. Galloway-runderen lopen hier vrij rond, althans, door water en wildroosters geïsoleerd van de rest van het park. Waarom deze edele beesten juist de voetpaden zo moeten onderschijten is me niet geheel duidelijk. De stront die op deze paden ligt is waarschijnlijk slechts een miniem deel van wat in totaal door die beesten gescheten wordt in dit park.
Met mijn thermo-outfit ben ik erg blij vandaag. Een bijpassende pet en schoenen krijg ik overmorgen als Sinterklaas-surprise. Isolerende sokken heb ik nu aan; dat scheelt in ieder geval wàt.Van zo’n galloway heb je, op die stront na, nauwelijk last. Het zijn lieve runderen. Ze komen oorspronkelijk uit Schotland. In parken, zoals dit Femke Halsemapark hier, mogen ze van de overheid een beschermd leventje leiden, onder andere om het gras een beetje kort te houden.
Met lopen gaat het goed! Ben nu één kilometer onderweg. Mijn ademhaling is nog iets te wild. Dat komt zo wel goed. Beetje koppijn. Mijn voorhoofd. In het midden net boven mijn neus. Dat zal wel van de kou zijn. De galloway heeft door zijn ruige vacht helemaal geen last van de kou. Deze runderen zouden, ook als het nog veel kouder wordt, hier gewoon kunnen blijven rondpoepen.
Mijn ademhaling is nu lekker regelmatig. Heb net, zo halverwege, nog even gerekt. De condensrookpluimpjes komen nu overal mijn renpak uit. Tot mijn grote vreugde sputtert mijn knie nog steeds niet. Zelden zo weinig mensen gezien in dit park. Wel begrijpelijk. De gevoelstemperatuur ligt nog eens tien graden lager dan de werkelijke temperatuur: min achtendertig nu. Ik ben waarschijnlijk de enige gek, die op deze dag zo nodig moet gaan hardlopen.
Het eindpunt van mijn loop is vlakbij 'het' gedenkteken. Een jongetje van zeven en meisje van zes jaar zijn hier aan het spelen; een paar jaar terug. Komt er opeens een engerd, die vermoordt het kleine meisje, onder de ogen van haar vriendje. De engerd neemt snel de benen. Het gebeurt allemaal in een mum van tijd. Maar de engerd ontloopt zijn straf niet. Hij krijgt twintig jaar, die gek.
Mijn knie heeft het gehouden. Super. Zevenentwintig minuten…vijf kilometer. Tot slot nog even rekken en strekken. De lieve galloway-lobbes snapt niks van wat ik aan het doen ben, hij lijkt me geamuseerd gade te slaan terwijl hij met zijn uitademening het monumentje verwarmt. Vlug naar huis; warme douche.Op weg naar huis, krijg ik , in de auto, zomaar ineens een huilbui.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten