zondag 16 januari 2011

Prijsklaverjassen

Binnenkort is het carnaval. Nog nooit aan meegedaan. Ik houd niet zo van zuipen maar wel weer, net als onze meisjes, van verkleden.  Bij mijn man, Koos,  is dat nou net andersom.  Ik maak me wat zorgen om hem. Het gaat een beetje van kwaad tot erger met de alcohol,de laatste tijd. Nu krijgen we die carnaval en kort daarop gaat hij, zoals elk jaar, een paar dagen snowboarden (= de beest uithangen) met zijn vrienden. Als ik zie hoe hij na zo’n tripje thuis afgeleverd wordt, dan moeten ze daar  in de Ardennen flink hebben afgezien. Volgens mij hebben ze de eerste dag gesnowboard en zich vervolgens drie dagen lang lam gezopen. Maar goed, waar maak ik me druk om, Koos naar de Ardennen, dat duurt nog even.
Na zijn ‘kaartavondjes’ komt hij tegenwoordig steevast om drie uur  ’s nachts aanzetten. Prijsklaverjassen doet ie. Is ie echt goed in. Hij heeft al menig prijsje gewonnen. Met de laatste kerst: een konijn. Vorig jaar met de Pasen: veertig eieren; jammergenoeg is hij onderweg naar huis op zijn snufferd gevallen …..d’r zaten nog twee hele eieren bij.  Maar………..wint  Koos een liter cognac of jonge jenever,  dan kan ik er donder op zeggen, dat het nog  ‘wel een ietsje later wordt’.

Eerlijk gezegd ben ik zijn gedrag wel een beetje beu. Zachtjes uitgedrukt. Ik heb al een paar keer geprobeerd om er met Koos over te praten maar hij vindt het niet de moeite waard om er woorden aan vuil te maken.  Met mijn ouders, zaliger,  kon ik altijd goed over dit soort zaken praten. Maar eigenlijk heb ik nu niemand meer. Mijn zus heeft het veel te druk met haar studie en zit trouwens ook veel te ver weg: in Glasgow.
Als Koos straks een paar dagen weg is, moet ik eens bij iemand mijn hart luchten. Ik denk dat ik Peter, een ex-collega van Koos vraag of hij een avondje bij me langs wil komen. Hele leuke vent.  Klikt altijd goed tussen ons. Is een man, die kan luisteren.  

Deze keer duurt het wel erg lang voordat het Koos lukt de voordeur van het slot te krijgen. Ga hem maar even een handje helpen. Verdient hij eigenlijk niet, die gore zuiplap. Ik sluip stilletjes naar de voordeur en met een felle ruk trek ik de deur open. Dat hij naar binnen zou tuimelen, had ik wel verwacht en dat hij een lege fles jonge jenever in zijn hand zou hebben ook. Dat zijn spijkerbroek inclusief zijn boxershort bijna op zijn knieën zou hangen, had ik totaal niet verwacht.
’Je hebt toch zeker niet in de tuin zitten poepen, hè Koos?
‘Mewflghubbbbbkebiest ,‘ zegt ie.
‘Okee,’ dat snap ik!
Maar nu hij toch voorover in het gangetje ligt, controleer ik gelijk zijn bilspleet maar even maar die is spic en span. Dus hij zal wel niet gepoept hebben.
Koddig gezicht wel die bolle witte kadetten, van elkaar gescheiden door de donker behaarde spleet van boven gemarkeerd door zijn zwarte t-shirt en van onderen door zijn rode boxershort.  
Het valt om den donder niet mee om dat mannetje om te draaien zeg. Hij is sowieso wat kilootjes aangekomen en in deze staat is er helemaal geen beweging in hem te krijgen. Nu het me gelukt is hem om te draaien, zie ik dat hij zijn spijkerbroek helemaal onder heeft gezeken.  Hij lijkt me half te slapen, half wakker te zijn. Ik trek zijn bovenlijf naar me toe en er komt gelijk een golf kots naar buiten.....zure jonge jeneverkots over mijn handen, mijn polsen, de boordjes van de mouwen van mijn pyjama. Getverdegetver. Gelijk erachteraan: nog zo’n golf.  Ik kan nog net op tijd wegspringen.
Mannen……net kleine kinderen! Ik ben blij dat ik alleen dochters heb. Daar zullen we wat zuipen betreft niet zo veel mee te stellen krijgen, denk ik, hoop ik......
‘Koos,’ gil ik in zijn oor,’ik ga mijn bed weer in, hoor! Voor je naar boven komt ruim je eerst  die rotzooi hier op. Dan ga je douchen en dan pas mag je naast me komen liggen. Hoor je me?’
Een luide snurk is zijn antwoord.
‘Klootzak!’
Ik vraag me af hoe dat zal gaan met de carnaval. Ik houd mijn hart vast! Meneer houdt zich maar een beetje in met de meisjes erbij.
Ja, straks als ie een paar daagjes met zijn maatjes naar de wintersport gaat, mag hij zich wat mij betreft voor de rest van het jaar uitleven. Dan heb ik er tenminste geen last van

Geen opmerkingen:

Een reactie posten