zaterdag 9 april 2011

Baard


Het laten staan van een baard heeft uiteenlopende reacties tot gevolg. Aanvankelijk opperen collega’s dat de scheermesjes ‘zeker’ op zijn of dat ik misschien geen geld op heb om nieuwe mesjes te kopen. 
Voor we naar de film gaan wijst vriendin Katja me er vriendelijk doch dringend op, dat ik me nog wel even moet scheren omdat ‘het zó echt geen gezicht is; zó onverzorgd!’. 
Al wat minder vriendelijk klinkt het als Carola, mijn geliefde echtgenote zegt:
‘Als je maar niet denkt, dat ik zo naast je ga lopen, zitten, of  staan.’
Mijn zus Maria, die een kinderopvangbedrijf heeft, denkt, gezien het hoge wit/grijsgehalte van mijn baard, dat ik voor hulpsinterklaas studeer en wil me al gelijk boeken voor 5 december.
Mijn  zonen begroeten me dezer dagen steevast de visstick-hero: kapitein Iglo.

Grappig is het, de reactie zien op mij als baarddrager van , mensen, die mij kennen als gladgeschoren man. De reactie van vrijwel alle mannen om me heen: is helder en simpel
 ’Staat je goed, Jee maar je lijkt wel een stuk ouder’.

Bij vrouwen maakt het nogal wat uit of ze kans lopen door mij gekust te worden. 
Voor vrouwen die door mij gekust zouden kunnen worden maakt het nogal wat uit of ik wel of geen baard heb. Veruit de meeste dames geven de voorkeur aan een glad geschoren welriekende heer. Van de schurende ‘touch’ van de ongeschoren kop ‘van een paar dagen’, hebben dames vaak een afkeer. Uit eigen ervaring weet ik dat die ‘touch’ niet leuk is.
Mijn vader dacht eens lollig te zijn; ik ben dan nog een jochie. Paps zegt op lollige toon:
‘Pappa zal jou eens een lekker beschuitje geven, Jeetje.’ Hij pakte me op en schuurde wreed met zijn ‘ongeschoren kop’’ over mijn kleuterperzikwangetje. Mijn rechterwang voelde de hele dag heet en pijnlijk aan. Er was thuis geen spiegel op mijn hoogte. Was die er wel geweest dan had ik kunnen zien dat mijn wang knalrood was en lichtelijk geschaafd.  Natuurlijk moest ik hard huilen. Mijn vader zei toen dat ik een mietje was. Toen al….en eigenlijk had paps daarmee wel een punt.

Een baard is toch weer heel anders dan ‘niet goed geschoren’ zijn. Een baard is een  volumineus harig omhulsel van wang, kin, hals, onder- en bovenlip. Dominant aanwezig op vrijwel  het hele gezicht.

Van mijn buurvrouw Yvettte, weet ik via via, dat ze me wel aardig ‘plus’ vindt. De minste of geringste gelegenheid grijpt ze aan om me te zoenen. Ook nu ik een baard heb doet ze dat nog even enthousiast. Yvette is echt een voorbeeld van de vrouw, die door de baard heen’ kan kijken. Haar gaat het duidelijk om mij, baard of geen baard. Dat zoenen met Yvette is overigens onschuldig ‘luchtkussen’ en niet ‘tongen’. Ja, dat zou ze wel willen.

Neem nu Petra. Petra en ik werken in de kleine uurtjes bij de vrijwillige  dierenpolitie; even ter info: wij  doen alleen kleine lieve diertjes: goudhamsters, cavia’s, dwergkonijnen enzo.
Petra is een vrouw, die  à priori niks van baarden  moeten hebben. Ze steekt dat niet onder stoelen of banken, want in mijn baardloze periode maakte Petra opmerkingen over bebaarde mannen als:
‘Moet je eens kijken, Jee, die griezel, die engerd, die izegrim, die landloper daar!'
Nu ìk een baard heb, zegt ze dat soort dingen nooit meer maar ze is duidelijk veel afstandelijker en veel minder amicaal. Op mijn fris geschoren wangen geeft ze me bij elke feestelijke gelegenheid de welbekende luchtkusjes. Sinds de dag dat ik mijn baard liet staan,  ben ik jarig geweest, opa geworden en was ik tien jaar bij de zaak: Petra feliciteert me hartelijk, geeft me ook beleefd een handje maar: that’s it!.  

Nichtje Toosje, een overduidelijke baardhaatster, gaf me, toen we elkaar ontmoetten op een verjaardagsfeestje een zoen links op mijn wang en dan naar re….……
‘hugggrrr’…………. ik hoor het  meteen al, ze kan haar gruwelgevoelens over mijn baard niet onderdrukken:
 ‘Stop maar, Toosje,' zeg ik tegen haar, 'vies hé, die baard van ome Jee?'
‘Ja’, knikt en giechelt ze.
Toosje is zo onooglijk, afstotelijk lelijk, dat ik me nu even afvraag waarom ik het haar tot op heden heb toegestaan mij te zoenen. Waarschijnlijk omdat ik door haar godsgruwelijke lelijkheid heen kan kijken, denk ik.  












Geen opmerkingen:

Een reactie posten