zaterdag 23 april 2011

Zeg het maar (4) Schuldgevoel

Elke avond vertellen Carola en ik, in bed, voor het slapen gaan, iets aan elkaar, dat we elkaar nooit eerder hebben durven zeggen. Vanavond is Carola aan de beurt.

‘Je kent Rietje, denk ik nog wel, Jee. Ze was zo rond 1974 vrijwilliger bij het Clubhuis ‘Makkelijk Zat’  waar ik werkte. Ik denk aan haar terug als een van de aardigste collega’s ooit en veruit de beste administratief medewerkers die we ooit hadden. Ze is niet direct een superschoonheid maar ze zal ongetwijfeld toch indruk hebben gemaakt op jou Jee, met haar slanke figuurtje en haar grote donkere ogen. Maar goed het gaat niet om de ògen van Rietje. Zij is tegen de dertig, heeft drie ontzettend moeilijke kinderen (8, 9 en 10 jaar) met haar man Harm, een niet zo snuggere kerel, die weliswaar lief is en hard werkt maar niet veel verdient. Rietje moet constant de eindjes aan elkaar knopen. De achterstanden liepen flink op; met name de woonlasten waren niet op te brengen. Op een gegeven moment, Jee,  was het bedrag van de achterstand vijftienhonderd gulden. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen dit gezin te laten creperen. Als Rietje voor een lening naar de bank zou gaan dan zou ze 9% rente moeten betalen plus nog eens de normale aflossing. Dat zou ze alleen maar verder in de put helpen. Dus ik besloot Rietje het geld renteloos te lenen. Zonder strakke terugbetalingsafspraken. Jij had toch niks in de smiezen, want je bemoeide je nooit met de poen. Verder beloofde ik Rietje dat ik haar huishuur elke maand zou betalen. Impulsieve actie van mij, waarvan ik nu zeg, dat ik zoiets nooit zonder jou instemming had mogen doen. Wij hadden samen geld zat,  bruintje kon het op zich wel trekken.

Vrij snel daarna vond Rietje gelukkig een baan. Dat bevreemdde me niet; ze was een kanjer. Maar ja, door haar werktijden en die van Harm moest er naschoolse opvang geregeld worden voor de drie etterbakjes. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van vier tot zes en op woendag van twaalf tot zes.  Dat heb ik drie jaar gedaan belangeloos voor Rietje gedaan, Jee.  Ik had toch tijd over en  tja dat gezin met die drie koters ging me gewoon aan het hart.  Het zijn natuurlijk geen doodzonden, dat begrijp ik ook wel.  Ik had het je alleen gewoon straight moeten vertellen, Jee. Maar ik had alsmaar het idee dat dit bij jou niet in goede aarde zou vallen. Na die drie jaar waren de zonen inmiddels 11,12 en 13 jaar en groot genoeg om op zichzelf te letten bovendien en elkaar een beetje te corrigeren. Ik had ze in die drie jaar tijd, samen met Rietje natuurlijk,  ook wel behoorlijk gedrild; Harm was zo’n goedlul, daar had je qua opvoedkracht he-le-maal niks aan.  De drie boys, Kwik, Kwek en Kwak noemden we ze wel eens,  hadden zich toen al genoeg kunnen uitleven met het uithalen van allerlei kattenkwaad zoals bijvoorbeeld het op hoofden uiteen laten spatten van rauwe eieren of plastic zakjes gevuld met water.  Dat soort dingen vond ik dan nog wel grappig. Woedend was ik om hun kaalpluk actie van die nog leven duif. Dat heeft ze een dag huisarrest gekost.
Rietje verdiende goed en over een periode van vijf jaar betaalde ze me alles weer terug. Inclusief een vergoeding voor mijn naschoolse opvang. Dus dat is allemaal keurig afgehandeld. Ik vind het alleen jammer dat sinds Rietje verhuisd is naar Drenthe we nooit meer contact hebben.  
Voor  mij waren het tropenjaren, Jee. Jij wist van niets omdat jij in die jaren in Restaurant de Verwende Os werkte. Jij ging ’s ochtends om elf uur de deur uit en ‘s avonds rond elf uur was je weer thuis. Je verdiende destijds goed, net als ik. Mijn werktijden waren destijds van acht tot twaalf. Dus ik kon die boys opvangen, natuurlijk bij Rietje thuis, zonder dat jij daar ooit wat van geweten hebt.
Eerlijk gezegd voel ik me er nog steeds een beetje schuldig over dat ik jou verwaarloosd heb in die periode. Ik was door de drukte in die tijd dermate futloos dat ik aan niets voor mezelf toekwam, laat staan de energie had om aandacht te geven aan jou. Te vaak heb ik moeten zeggen:’Sorry Jee, nu even niet hoor, ik ben te moe!’

‘In feite, Carola,  is het tegen de regels, ik mag morgen pas weer. Maar wat ik je nu ga vertellen heb ik je óók nooit durven zeggen maar ik vertel het je  nú omdat mijn verhaal naadloos aansluit op dit verhaal.
Voel je er maar niet al te schuldig over, Carola, over  wat je me te kort deed. Want in feite kwam ik niks te kort: op sommige dinsdagochtenden kreeg ik, meestal zo rond tien uur bezoek van Rietje.’
‘Wat zeg je nou, Jee? Jij en Rietje? Nee, toch zeker, hè.'
‘Nee, nee, niet wat je misschien denkt, Carola. We hadden nooit seks met elkaar, Rietje en ik. We dronken een kopje koffie met wat lekkers, de ene keer met  een bokkenpootje, de andere keer met een froufroutje. Soms, bij lekker weer wandelden we een eindje door het parkje en praatten we over kinderen, opvoeding of paringsdrift bij kleine lieve beestjes (eekhoorns bijvoorbeeld). Ook speelden we wel eens een spelletje scrabble.  
Ik heb je hier nooit iets over gezegd omdat ik dacht dat jij het niet zo leuk zou vinden dat ik zo lekker relaxed bezig was met Rietje,  terwijl jij zelf zo hard aan het werk was.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten