vrijdag 22 april 2011

Zeg het maar (3) Een gokje gewaagd

Iedere avond vertellen mijn vrouw Carola en ik elkaar voor het slapen gaan, in bed iets, dat we elkaar nooit eerder hebben durven zeggen. Vanavond ben ik aan de beurt.

‘Wat ik je ga vertellen, Carola,  speelt zich zo’n twintig jaar geleden af. We zijn dan al twintig jaar samen en hebben dan allebei een goede job. Ik ben dan chef kok in restaurant de Gulle Stier, jij doet personeelszaken bij de E.N.G.-bank. Voor ons zelf en onze twee koters hebben we geld zat; we kunnen er nog van sparen ook.
Precies wanneer weet ik niet meer, Carola, maar ik dacht dat het maart 1985 was dat we besloten om ieder een aparte girorekeningen te openen en daar ons salaris op de laten storten.  Tot dat tijdstip gingen al onze inkomsten en uitgaven over onze enige girorekening. Het doel van deze giroscheiding was eigen dingen betalen van je eigen rekening. De gezamenlijke girorekening hielden we wel aan, voor de echt gezamenlijke uitgaven als huur, ’huishoudgeld’, enz.; elke maand stortten we ieder de helft van het nodige bedrag op die giro.   
Jij vond het wel zuiver, Carola,  omdat de tientallen paren schoenen, de karrenvrachten drop en de circa 200 pakjes zware shag, die je per jaar kocht in feite niets gezamenlijks had.  Voor mijn betalingen aan voetbal, yoga en theater gold dat net zo.
Waarom vertel je dit allemaal, Jee, zie ik je denken. Dit is toch allemaal, ouwe koek?
Ja, Carola, klopt; dit was het aanloopje.
Waar het mij met die giroscheiding vooral om ging, Carola, was, dat ik jou geen tekst en uitleg hoefde te geven over elke cent die ik uitgaf. Mijn giroafschriften liet ik daarom sturen naar het postadres op mijn werk.

Zegt de naam Ton je nog iets, Carool? Ik heb in de tachtiger jaren een tijdje met hem gewerkt in de bouw. Door hem kwam ik voor het eerst in aanraking met het gokwezen. Toevallig vernam ik, dat Ton zich dezer dagen finaal het riool in gegokt heeft.
In het illegale gokcircuit, waar de minimale inzet aan de roulette 1 gulden was,  verloor ik mijn eerste honderd piek. De eerste honderd gulden,opgenomen van mijn eigen giro………onttrokken aan jouw alziend oog, Carola. 
Zwaar teleurgesteld door dat verlies nam ik me voor om nooit, maar dan ook nooit meer een casino binnen te gaan. Doch een week later zag ik, na stevig intern beraad, grote winstkansen. Als ik met vijfhonderd gulden  het casino zou binnengaan zou ik er gegarandeerd met duizend uitkomen. Helaas speelde ik mezelf binnen het uur alweer blut.
Omdat ik nu al aardig in het rood raakte, op mijn  eigen giro, vroeg ik aan Henry, mijn baas, die ken je nog wel, hè Carool, die ouwe levensgenieter Henry of het okee is dat ik een voorschot op mijn vakantiegeld, kan krijgen. De helft is wel genoeg. Hij vindt het raar,het is pas januari, maar hij weet dat ik nooit gek doe, dus doet hij niet moeilijk.
Ook dàt vakantiegeld, toch duizend piek, draai ik er in een mum van tijd doorheen.

Ondanks dat ik in elke slapeloze nacht weer nieuwe, zeer winstgevende systemen bedenk, sta ik vroeger of later op de avond toch steeds weer met lege handen voor het casino. Vijftienhonderd sta ik nu in de min; tweeduizend gulden is voor de giro het 'matje'.
Dit was voor mij de limit. Ik besloot niet meer te gokken. Echt niet meer. Tot op de dag van vandaag miet meer. Het was al erg genoeg natuurlijk.

Toen we dat jaar, zoals gewoonlijk in het vroege voorjaar, de zomervakantie voor ons viertjes aan het plannen waren, Carola, zei ik je, dat ik dit jaar he-le-maal geen zin had in zo’n geldverslindende vakantie in een ver buitenland. Een vakantie in Nederland  kan ook leuk zijn. In de buurt van Rockanje, weet ik,  zijn heel leuke en betaalbare campings. Ook leuk voor de kinderen; kunnen ze gewoon Nederlands praten.’

‘Carole, …………………Carole,…………………..ik weet dat………………’
‘Nee, Jee, ho maar, alsjeblieft,…….laten we maar gaan slapen.‘ 
'Huil je nou.........? Achteraf gezien, Carool,  was die vakantie in Rockanje eigenlijk de leukste van allemaal, toch?! ’
‘Ja, heel leuk Jee, welterusten.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten