maandag 25 april 2011

Gehorig

Soms is het beter dat ik even wegga hier uit mijn huis. Het komt van boven, van onderen, van beide kanten naast me en van buiten. Ze zijn er altijd allemaal: mijn buren en al hun geluiden.
Als er een prijs zou worden  uitgereikt voor de huurder van het meest gehorige huis anno nu dan zou die voor mij zijn. Een enkele keer komen al die geluiden in een keer samen. De huil-  en speelgeluiden van de kinderen, het zeurende van de stofzuiger, het trommelen van de buurman en het geraas van langskomende verkeer. Rachid, is mijn Fez-cavia, mijn lieve schat, mijn kleine dondersteen. Hij is gewend om elke ochtend lekker vrij in huis rond te scharrelen. Toch is hij nu  vele malen onrustiger dan anders. Zo af en toe zie ik hem een klein hupje maken, op zijn ruggetje gaan liggen rollen  en wat hij nog nooit gedaan heeft: via mijn nylons kruipt hij onder mijn rokje! Nou, normaal doet hij zo iets nooit; ook al is hij een kleine deugniet.
Misschien ben ik wel een heel gevoelig typje maar ìk kan bij die ‘herrie van alle kanten’ geen letter lezen.
‘Waarvoor ga je niet  puzzelen,’ zegt mijn zus. Komt ze gelijk al aanzetten met een puzzel van maar liefst duizend stukjes. Al die duizend stukjes tezamen vormen het hoofd van de in Nederland wereldberoemde politicus Geert Wilders. Dat is die politicus die zo angstig is voor moslims, dat de moslims de baas gaan spelen in de wereld en in Nederland dus ook. Vele, vele , vele Nederlanders geloven die man nog ook. Hoeveel?  Dat wil je niet weten!

Voor de helft is de Geert Wilderspuzzel af als er weer zo’n tsunami aan burengeluiden door mijn huisje knalt: alle duizend stukjes in een klap op de grond. Eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat ik de tsunami in mijn drift een handje help door die hele puzzel in een handeling van mijn tafel te vegen. Ik ben toch soms zó driftig, hè!
Nu weer: met dezelfde hand en met dezelfde drift waarmee mee ik die Geert Wilders van tafel flikker, sla ik hard met mijn vlakke hand op mijn schaambeen, want ik voel me daar toch ineens een venijnige beet! Een korte schrille kreet en even later een zacht plofje. Tussen mijn benen ligt mijn cavia Rachid. Licht bloedend uit zijn bekje. Dood. Ook ik bloed zie ik op mijn rokje, ter hoogte van mijn kruis.
Ruim zes jaar is hij mijn lieve vriendje geweest en nu sla ik hem in mijn razernij dood. Ik ben ontroostbaar. Uren zou ik kunnen huilen maar ik heb jammergenoeg niet meer dan vijf minuten. Die paar minuten huil ik dan ook. Tegelijkertijd verzorg ik het wondje op mijn schaambeen.  Het bloedt nog een beetje. Maak het schoon met een washandje. Droog het en smeer er Betadine op om te ontsmetten. Daar ga ik absoluut geen pleister plakken met al dat haar.
Dan gauw even de stukjes van Geert Wilders opruimen; binnen vijf minuten zitten alle duizend stukjes in de warme buik van de stofzuiger, te midden van al die andere rotzooi van de afgelopen dagen.
De Geert Wilders Puzzeldoos maak ik tot doodskist voor Rachid. Voordat ik hem er in leg, geef ik hem een kus op zijn buikje. Ik voel nog een beetje van zijn warmte.
Verdorie! Komt die rottige bruine Betadine ook al door mijn rokje heen zetten. Dat rokje kan nu wel meteen naar de Derde Wereld, toch?
Wel jammer is dat de Geert Wilders Puzzeldoos niet hoog genoeg blijkt te zijn voor mijn kleine corpulente kruisbijtertje. Ik leg Rachid er toch in. Zet de Geert Wilders Puzzeldoosdeksel op de Geert Wilders Puzzeldoos. Even flink duwen. Touwtje er om heen , klaar. 
Voordat ik Rachid, mijn lieve schat, begraaf in ons rustige wijkparkje, schrijf ik op het voorhoofd van Geert Wilders op de  deksel van de Geert Wilderspuzzel:  ‘Rust zacht, lieve vriend.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten