zondag 10 januari 2010

Stank

Pa stinkt altijd als hij thuis komt. Naar oud zweet en zweetsokken.
‘Trek nou eens andere sokken aan, man!’ Ja, zo zegt mijn moeder dat. De hele woonkamer is dan al vergeven van de zweetsokkenstank. Met grote tegenzin trekt hij schone sokken aan, over zijn vieze voeten, dat dan wel.
Vooral stinkt mijn vader als hij uit zijn werk thuiskomt naar melk, daar werkt hij mee. Pa is vanaf 1958 een aantal jaren bijrijder op een melkvrachtwagen. Metalen kratten met kwartliterflesjes schoolmelk moeten afgeleverd worden op lagere scholen. Heel vroeg in de ochtend. Ook op mijn school, waar dan meestal nog niemand is. Eén keer zijn ze laat. Ik zit al in de klas. Komt mijn vader ineens de klas in zetten met een steekwagen met kratjes. Hij loopt in die vieze overall, die hij al wekenlang aan heeft en waar hij al die tijd al melk op morst. Thuis houdt hij die werkkleding ook aan, met als gevolg een woonkamer met een scherp zure lucht. Die komt nu ook het klaslokaal binnendrijven. Het lijkt net of ik de enige ben die de kadaverzure stank ruik. Mijn klasgenootjes blijven gewoon aan het werk.
In talloze klotebaantjes heeft Pa zich te pletter gewerkt maar een vetpot is het nooit geworden. Dat kan natuurlijk ook niet. Een ongeschoold arbeider als hij met een gezin van tien kinderen. Vaak is hij niet thuis. Overwerken. Het geld is al uitgegeven voordat het in de knip zit. Uitermate zuur.
Toch laat mijn vader me doorleren. Mooi. Pa doet in die tijd de vaat op een cruiseschip van de Holland Amerika Lijn, nog weer later is hij sjouwer van balen meel in de haven, inpakker van rollen beschuit bij Hooimeijer, schoonmaker van tramrails van de RET. Met die baantjes is niks mis; het betaalt alleen niet.
‘Wiens vader is er vandaag de dag nou nog arbeider?’, vraagt een docent op de hbs (anno 1964). ‘Nou, vooruit, steek je vinger eens op.‘
Ik steek geen vinger op. Laf. Pa is opeens boekhouder. Ik kots van mezelf; geef hem zo stank voor dank.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten