maandag 9 augustus 2010

Eèn klein dingetje (3)

Ze gaat me dan zitten vermoeien met de harde praktijk van het leven als huisarts…………….. maar liefst drieduizend patiënten.. ……geeuw, geeuw……heeft ze nodig heeft om rond te kunnen komen en als ze me wil duidelijk maken hoe groot het gebied is waar ze werkzaam is , doet ze de al eerder beschreven uithaal naar de bloemenvaas.
Mijn natte linker broekspijp moet ik nu omhoog doen. Ze doet net alsof ze serieus mijn knie onderzoekt………….binnen 10 seconden zegt ze:
‘We zullen eerst maar even foto’s laten maken.’
Op het verwijsbriefje voor de radioloog, schrijft ze niet van welke knie foto’s gemaakt moeten worden; ook ontbreekt een telefoonnummer waar ik naar toe moet bellen voor een afspraak. Zoek het zelf maar uit, meneer Jee, zo lijkt het. Slordig, hoor!
Platvoeten? Ze maakt duidelijk tempo…..ze verwijst me naar een goede vriend; je mag ook zelf een podotherapeut uitzoeken; dit wel is een goeie.
Klop,klop, klop………het is de assistente ……..zonder zich even bij me te excuseren gaat dokter even met haar staan smoezen.
Op het bureau staat een recente foto van het knusse doktersgezin: pa, ma en 2 jonge meisjes, twee en drie zo te zien.......in Plaswijk........op de achtergrond babbelen de dames nog even door.
’Nou prettige vakantie dan maar, hé’
’Ja, jij ook hé.‘
Dan zegt de secretaresse, waarschijnlijk op verzoek van haar baas, om mij nog even te stangen:
‘Er zitten er al weer twee in de wachtkamer, hoor Nina.’
Dokter kijkt me aan met een blijk die zo ongeveer wil zeggen:leuk hoor, meneer Jee, u wordt vriendelijk bedankt, meneer Jee omdat u even niet zo slim bent geweest een dubbele afspraak te maken, zitten die twee arme patiënten onnodig lang in de wachtkamer dankzij u, nogmaals dank u wel.
‘Sorry, meneer Jee, de praktijk gaat morgen dicht…..vakantie, weet u wel…..we moesten even gedag zeggen.’
Ze bindt nog even zonder een woord van excuus of spijt een rekverbandje om mijn pijnlijke pols.
‘Verder nog iets van uw dienst, meneer Jee?’
‘Ja, ik heb al eens pillen tegen kalknagels gehad van uw man en die werkten toen goed; dus als u me die ook wilt geven: graag.’
Ze geeft me een receptje voor die pillen.
Bij een klein lullig wasbakje staat ze haar handen te wassen....die zullen wel vreselijk stinken van mijn zweetvoeten. Ik ben voor vandaag uitbehandeld:
’Fijne vakantie.’ zeg ik.
Zonder handdruk maar met een pijnlijke pols en een natte broek ga ik richting apotheek, voor de pillen tegen mijn kalknagels. De apothekersassistente heeft net het receptje voor de kalknagels in ontvangst genomen als ik opeens iets voel kriebelen, in mijn linkeroor, alsof er een beest uitkomt kruipen. Voorzichtig voel ik met mijn linkerwijsvinger……ik voel warm vocht…..….dan voel ik iets harders, iets ronds, iets langs, iets duns, ik krijg de riebels, ik trek er aan, het is er uit……........een zwart/bruin wormpje oorsmeer, een centimeter of vier lang, dat wilde er bij de dokter niet uit komen. Misschien voelde het wormpje wel instinctief aan dat de dokter bang of misselijk zou worden van hem. Ik verpak de worm in een papieren zakdoekje. Bijna gooi ik mijn pillen tegen kalknagels in de afvalbak van de apotheker en stop ik het papieren zakdoekje in mijn boodschappentas ….gelukkig ben ik net op tijd wakker.
Het is altijd druk in de straat, waar de apotheek zit. Mijn arme schone oortje doet pijn van de straatgeluiden hier: de door de rails gierende tram, een overvliegend reclamevliegtuigje, een borende bouwvaker en een kwetterende groep van de basisschool op weg naar het zwembad.
Ik denk even ‘ik wordt gillend gek.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten