dinsdag 24 augustus 2010

22. Een bijzonder stel in Avignon (2)

Dit is deel 22 van de serie Avignon


We gaan een match Frankrijk Nederland volleyen. De familie Ernst en ik, vormen een team van vijf spelers; tegen 5 Fransen. Oh, wat is het zinderend heet op dat volleyveldje. De teams houden elkaar in evenwicht. Alleen bij beide teams houden de voeten het niet. Om beurten moeten we rennen naar de douche om de voeten te koelen. Het is eigenlijk een wedstrijd ‘volleyen op een bakplaat.’ Er ontstaan blaren…..en die blaren springen…… het is 13-13, mijn voeten zijn finaal kapot getrapt. Nog even met bloedende voeten op de kokend hete volleybalpiste 14 –13 voor Holland. Nog maar weer eens het koude water. Een magnifique Franse service: 14-14.
Ik serveer en scoor: 15-14. Ik serveer nog eens en nu wordt goed verdedigd door de Fransen; en goed geblokt door Anton en weer goed geretourneerd door de Fransen in de richting van Fransje; zij smasht de bal veel te zacht terug maar ongelooflijk…. ze missen! We hebben Frankrijk verslagen! Afkoelen in het water. Even zwemmen; want lopen kan ik nauwelijks nog.
Voor het afscheid drinken en eten we op het terras van het zwembad. De familie Ernst heeft voor de middag nog andere plannen. In Nederland bellen we nog over Zola.

Op het gras van het zwembad praat ik met een actrice van het Duitse gezelschap dat Faust I opvoert. Ze vertelt me dat het nog niet zo goed loopt. De Fransen houden niet zo van de Duitse taal. Ik wil wel eens een Duits stuk zien (hiermee bedoel ik dus niet die actrice). De actrice, Reina heet ze, is bijna net zo groot is als ik (1.85 m), heeft levendige, vriendelijke ogen, een lief gezichtje en een warme stem. ‘Binnenkort kom ik je ‘act’ bewonderen, Reina.’
‘Dat zou ik echt leuk vinden, noem mijn naam maar bij de entree, dan zorg ik voor een mooi plaatsje voor je.

Het klapstuk van deze dag is de voorstelling op de Cour d’Honneur, een gigantisch podium, ter grootte van een voetbalveld. Het is voor het eerst dat ik in het Palais des Papes ben. Van 1309 tot 1376 werkten (nou ja….werkten) daar Katholieke Pausen. Vandaag wordt gespeeld: ‘Je suis sang’ (ned.: ‘ik ben bloed’) van de Vlaamse theaterreus Jan Fabre.

Ik zit naast een enthousiaste dame….ze vindt het leuk om met een Hollander te praten en dat is natuurlijk ook zo.......niets leuker dan met een Hollander praten. We hebben het over de immense Cour……..liever dan praten wil ik haar eigenlijk zoenen. Ze is denk ik 15 jaar jonger dan ik. Niet echt knap…..ze is eigenlijk, qua lijf, helemaal niet zo bijzonder (ook niet uitgesproken lelijk…) maar….dat enthousiasme, de energie die ze uitstraalt, dat is wat me prikkelt.
Het ballet is zeer bloederig, de titel zegt het al. Ridders in vol ornaat, met maliënkolders, bestrijden naakte jonge vrouwen met reusachtige zwaarden. Op de achtergrond kijken koningen, hertogen en prinsen toe. Gedanst wordt op licht klassieke muziek (Bach, Mendelssohn) en moderne muziek (Zappa, Dylan, Morrison). Het immense podium is aan het einde van de voorstelling veranderd in een bloederig slagveld.
De reactie van het publiek is tweeslachtig Een deel roept boe en verlaat direct de Cour en een ander deel applaudisseert hard en blijft wel tien minuten klappen. Mijn energieke buurvrouw vond het blijkbaar niks……ze is al weg voordat ik er erg in heb…… zonder te klappen.
Theater is niet altijd mooi en fraai. Dit keer liet theater wat rottigheid zien. Een aantal toeschouwers waardeert dat niet. Ik heb wel geklapt maar niet zo veel....een meen ik me te herinneren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten