zaterdag 14 augustus 2010

Resto de Gulle Kok

Een drie gangen diner voorgeschoteld krijgen voor de prijs van drie euro en achteraf kunnen zeggen dat je lekker en voldoende gegeten hebt. Ken dat hier en nu nog, vraag ik u af? Ja, kan ik dan antwoorden…..dat ken in resto de Gulle Kok.
Ik zit aan tafel met pastoraal werker Gerard, student Jacques, de huisvrouwen, ja….heus…. het bestaat nog, Lisette en Anja, Wanda, een barjuffrouw in ruste, Fatima danslerares (zumba en airobics) en mijn broer Ton, vuilnisman.
Dat ik dit al van die mensen weet is al op zich tamelijk uniek. Na één keertje eten. In dit restaurant worden trouwens geen tafels gereserveerd maar stoelen. …..en die stoel kan bij een van de vijf zespersoonstafels horen………….en op die stoel aan die tafel leer je anderen kennen…….en dat is ook de hele opzet. Nu eens zijn er veel bekenden uit de buurt of van een eerder bezoek aan de Gulle Kok. Dan zijn er ineens weer meer onbekenden. Een garantie op gewenste tafelgenoten wordt niet gegeven in de Gulle Kok. Iedereen is welkom en mag gaan zitten waar plek is. Stiekem een plekje vrij houden voor een vriendje is er niet bij. Zowel vroeg als laat komen heeft geen zin. Wie vroeg aan een lege tafel komt zitten kan het gebeuren dat er ongewenste tafelgenoten aanschuiven. Wie laat komt moet wellicht op het nog enige vrije plaatsje gaan zitten bij ongewenste tafeldames en -heren.
Bij de Gulle Kok leren de mensen elkaar daardoor ook méér kennen dan in normale restaurants.
In gewone restaurants zitten mensen, die elkaar kennen, met elkaar aan een tafel……als je alleen ben, kan je alleen aan een vierpersoonstafeltje gaan zitten eten. Met de overige gasten, aan de andere tafels is doorgaans weinig of geen contact. Ze worden hooguit begluurd…..een enkele keer trekt eetgedrag aan andere tafeltjes bijna dwingend de aandacht. Dat is vanzelfsprekend niet anders in Resto de Gulle Kok. Vol verwondering worden de meest uiteenlopende eettafelgedragingen waargenomen:

Slurpen.
Boeren laten, harde boeren, zachte boeren , ruikbare boeren.
Knoeien op de eigen kleding, op de kleding van anderen, knoeien in baard of snor. bij het opscheppen: eten voor of naast het bord laten vallen.
Kleding in de soep laten hangen (een mouw bijvoorbeeld) of de stropdas.
Schrokken.
Smekken.
Spinnen van eetgenot.
Met een vies gezicht eten.
Spelen met het eten: wellustig een lenteworteltje in een kruimige aardappel steken.
Kieskauwende, vooral dunne vrouwen en kokhalzende kinderen: dit lust ik wel….dit lust ik niet.
Boze vaders en moeders die hun kinderen dwingen te eten en soms het kinderhoofdje duwen in een bord: ‘En nou eten of je gaat met je blote benen naar bed.’
Praten met de mond vol.
Spreken met consumptie.
Te veel in de mond proppen.
Te vlug eten en dan de hik krijgen, hugh, hugh, hugh.
Zo veel opscheppen dat er voor anderen weinig meer overblijft, schraap, schraap.
Onbewust ………per ongeluk……. ineens ………. hard grommen (grraaw) van eetgenot (vooral dikke mensen).
Kauwen met wijd open mond.
Hard het bestek laten kletteren op het bord.
Bestek op de grond laten vallen.
Spetteren door bijvoorbeeld een aardappel midden in de jus te laten vallen (meestal per ongeluk).
Alles wat op het bord ligt tot pap prakken.
Anderen, stukjes van jouw heerlijke eten te laten proeven.
Hoesten en/of niezen over de eettafel…..heel erg is niesen of hoesten zonder hand voor de mond te houden; nog erger, hetzelfde als hiervoor maar dan met de mond vol met goed gekauwd eten.
Praten over poep en pies.
Winden laten; hoorbaar en ruikbaar.
Regelmatig met de handen in het haar zitten.
In de neus peuteren onder het eten en anderen met diezelfde handen stukjes stokbrood aanreiken.
Olijven pakken met vingers met nagels met rouwrandjes.
Mayonaise lepelen met het zojuist afgelikte dessertlepeltje.
Hard klokken met drinken.
De karbonade met de vingers eten èn afkluiven.
Met volle kracht ophalen van een loopneus.
De neus luidruchtig snuiten in het servet.
De buurman met vette handen (van het kluiven) op de schouder slaan.
Het laatste beetje pudding met de wijsvinger van het schoteltje schuiven en dan die vinger aflikken.
Het puddingschoteltje helemaal met de tong schoon likken, waarbij dan zowel kin als neus (soms ook beide wangen) onder de pudding komt te zitten. Als het servet nog niet is vol gesnoten, dan kan dat natuurlijk gebruikt worden om de pudding van kin, neus of vingers af te vegen.
Aan tafel de vuile ouderwetse katoenen zakdoek uittrekken, uitslaan en dan weer gebruiken.
Iemand kunnen horen plassen of poepen tijdens het eten…soms is een toilet in een restaurant iets te dichtbij een eetplek......vooral als het druk is.

Maar in Resto de Gulle Kok is er werkelijk niemand die door dergelijke futiliteiten zijn eetlust zal laten bederven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten