Om nu te zeggen dat het in ons land slecht toeven is: ‘nee, dat beslist niet’. Over het algemeen genomen kan gezegd worden dat we het hier goed hebben. Minder bedeelden uit andere landen komen niet voor niets zo graag naar ons kleine kikkerlandje. Dat zouden ze beslist niet doen als het bij ons armoe troef was. Kortom: we krijgen hier talloze instromers, die een graantje van onze welvaart komen meepikken. Onder die vele instromers van diverse pluimage zit, volgens professor Okki Wubbels etno-geograaf aan de Universiteit van Noord Oost Groningen ook een significante groep kleine volwassen mannen (mannen onder de 1.68 m.) niet zijnde achondroplasten.
Bewoners van buurten, wijken en straten (en ook toch wel vele omwonenden) geven aan, dat de laatste jaren, kleine ergernissen zijn uitgegroeid tot regelrechte woede over misdragingen van deze kleine volwassen man, ongeacht of deze nu aut- of allochtoon is.
Waarom is daar tot op heden nog zo weinig tegen ondernomen tegen deze kleine dwingelanden?
De minister van Binnenlandse Zaken, die tegenwoordig net als iedereen op de kleintjes moet letten, heeft Professor O. Wubbels de opdracht verstrekt eerst eens en low budgt onderzoek te doen naar de aard van deze overlast, alvorens tot maatregelen over te gaan. Het resultaat is toch wel schokkend te noemen: de kleine man (KM) wordt door respondenten op dit onderzoek gezien als:
valserik door 71% van de respondenten
druktemaker door 78% van de respondenten
vechtersbaas door 98% van de respondenten
oproerkraaier door 63% van de respondenten
machtswellusteling door 89% van de respondenten
dwingeland door 60% van de respondenten
bluffer door 80% van de respondenten
elleboogwerker door 72% van de respondenten
haantje de voorste door 81% van de respondenten
gewelddadig door 51% van de respondenten
Van de ‘onderzoeksgroep’ blijkt 80% autochtoon en 20% allochtoon te zijn, hetgeen overeenkomt met de hier te lande normale verdeling aut- allochtoon. Geen sprake is er derhalve van een allochtonen probleem. Heel opvallend is een van de uitkomsten van dit onderzoek, dat deze kleinen vrijwel altijd alleen opereren. Hun hinder is omgekeerd evenredig met hun lengte. Vele kleinen maken één grote geldt ook binnen dit vraagstuk.
De bezettingsgraad van onze ziekenhuizen in de onderzochte gebieden lag vijf jaar geleden, voordat het KM-vraagstuk zich aandiende 13% lager. In psychiatrische verpleeghuizen is de uitkomst veel schrikbarender: daar was de bezettingsgraad 20% lager! Ook het ziekteverzuim in de bedrijven is ten gevolge van dit vraagstuk gestegen. Het ziekteverzuim was 5,4% nu, vijf jaar later 9,1%. In alle voornoemde gevallen is er een significant verband geconstateerd met de toename van het aantal KM’ers in buurten en bedrijven.
Het is, zo mag uit het onderzoek van professor O. Wubbels wel worden geconcludeerd, ook niet meer zomaar een marginaal groepje in onze samenleving. We hebben het hier over ruim een miljoen volwassen mannen beneden de 1.68 m. , die voor geen kleintje vervaard zijn en waar onderhand ruim 90% van de Nederlandse bevolking al eens last van heeft gehad. Zowel geestelijk als lichamelijk.
Het is, zo mag uit het onderzoek van professor O. Wubbels wel worden geconcludeerd, ook niet meer zomaar een marginaal groepje in onze samenleving. We hebben het hier over ruim een miljoen volwassen mannen beneden de 1.68 m. , die voor geen kleintje vervaard zijn en waar onderhand ruim 90% van de Nederlandse bevolking al eens last van heeft gehad. Zowel geestelijk als lichamelijk.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten