Eén hele auto staat te glimmen in onze straat. Voor de deur van de winkel. Daar staat de witte Peugeot (net een racecar) van de krenterige christelijke kruimel crimineel, tevens kruidenier Henk de Porte. Potlood achter zijn oor; vetknobbel op zijn kin, vlakbij zijn oor. De vrouw van onze kruidenier is een wandelende vetknobbel, net als dochter Tanja.
Geen wonder, want moeder en Tanja stoppen met veel te grote regelmaat, etenswaren uit hun eigen winkel in het gapende gat onder hun neusje. ’Mááááááá, mag ik wat pakken?’ zingt Tanja. Bij menig klant van de Porte staat die vraag in het geheugen gegrift, met name de lijzige, lamlendige en tegelijk dwingende wijze waarop Tanja de vraag stelt.
Tanja, is de vriendin van mijn magere sprietzus Anna. Mam wil niet hebben dat ik Anna ‘magere spriet’’ noem. Ze wil ook niet dat ik Anna ‘pissebed’ noem, hoewel ze toch wel mooi elke nacht haar bed nat zeikt. Maar het is niet alleen mijn magere spriet-pissebedzus Anna; ook mijn stoere zussie Ada............ zo................ die kan me ook flink in d'r nest zeiken, hoor, on-ge-lo-fe-lijk. Als ze daarmee wat had kunnen winnen, was ze nou binnen. En gotte gotte God, wat stinkt het in ons huis. Met dank aan de zeikende zusters Kortrok, die zich overigens, geloof het of niet, hebben ontwikkeld tot de mooiste meiden van de straat! Tsja......het kan raar lopen.
Ik moet nog wel even uitleggen wie wij zijn. Wij zijn het gezin Kortrok. In 1957 bestaat die uit mam, pap, twee jongens (Onno en Bob) en drie meisjes (Anna, Ada en Beb). In 1970 is de familie bijna uitgegroeid tot een klein kindertehuis. Dan bestaan wij uit pap, mam, vijf meisjes en acht jongens.
Het onmogelijke van dit grote gezin is dat er nauwelijks centjes worden ingebracht door pap, de kostwinner………….niet omdat pap dat niet wil……of omdat pap het geld verbrast maar ………..omdat pap domweg te weinig kennis, te weinig diploma’s en te weinig flair in huis heeft om een goed betaalde baan te krijgen. Desondanks is hij, op zijn zachtst gezegd, zo onnadenkend om mijn moeder onophoudelijk vol met jong te stoppen. Als verzachtende omstandigheid geldt voor hem, dat mam in dergelijke zaken wel heel erg dominant is……..……als mam kinderen wil dan gebeurt dat gewoon …….......pap kan dan op zijn kop gaan staan...............maar dan gaat het gezegde op: ’moeders wil is wet’………….……mam heeft me wel eens verklapt, dat ze ontzettend blij is, met zwangerschap als excuus om pap negen maanden bij haar uit de buurt te houden…………...…. (nou ja, zoiets zeg je toch niet tegen je zoon, een jongen van dertien?!). Mam is overigens altijd positief. Ze ziet er niet tegenop een mondje meer te moeten vullen: ‘komt tijd, komt raad’, zegt mam altijd................raad die overigens verdomd weinig voedzaam is.
Ik vind het belachelijk, hoor. Met zo'n hongerloontje als dat van pap moet je niet meer dan twee kinderen nemen. Zelfs dan zal het nog niet meevallen om rond te komen. Jaar in jaar uit liggen we aan de geeuwhonger maar eerlijk is eerlijk dood gaan we er ook weer niet van. Dat dan weer niet.
Ik vind het belachelijk, hoor. Met zo'n hongerloontje als dat van pap moet je niet meer dan twee kinderen nemen. Zelfs dan zal het nog niet meevallen om rond te komen. Jaar in jaar uit liggen we aan de geeuwhonger maar eerlijk is eerlijk dood gaan we er ook weer niet van. Dat dan weer niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten