dinsdag 9 november 2010

11. Het zussie van Hans Verstegeren

‘Ik weet nog niet wat ik ga doen,’ zeg ik,'àls ik ga studeren, doe ik het ’s avonds, na werktijd. Ik moet sowieso gaan verdienen voor thuis, weet je wel. Het is nu armoe troef; we hebben nauwelijks te vreten en mijn vader verdient zowat niks.’
‘Misschien moet ie eens een andere baas gaan zoeken aan de wal?’ zegt Hans.
‘Maakt niks uit, hij zal altijd ‘zowat niks verdienen’. Waarom? Hij heeft drie jaar lagere school. Meer niet. Klaar. Geen diploma’s ………….we zijn thuis met z’n twaalven……….dus…….…..en…….zal ik moeten bijspringen, anders komen ze daar van de honger om………..gaat de boel thuis failliet. Ze hebben me de hbs laten afmaken; nu vind ik dat ik wat terug moet doen. Ik heb nou de kans.’
‘Eerst een baantje zoeken, dan Frans studeren. Frans mo-A; op de Nutsademie voor avondstudie. Als ik dat red wordt ik leraar Frans op Mavo’s , Havo’s enzo.’

‘Nou mensen ik ga…..heb mijn moeder beloofd dat ik haar zou helpen bij de boodschappen en eten maken.
‘Ik loop een stukkie met je mee, Jee!’ zegt Jolande.
Ze loopt met haar handen in haar zakken; kauwt haar kauwgum met grote kauwbewegingen en smekkende kauwgeluiden. Haar lange grijze gevoerde jas, hangt open. Daaronder draagt ze een zwart coltruitje, sexy, strak over d’r buik en borstjes, een kort spijkerrokje en daaronder een zwarte panty. Schoenen ook zwart met een laag hakje. Door dat ongelukkige pootje waggelt ze behoorlijk. Dat dunne beentje is zeker 5 misschien wel 10 centimeter korter. Ze zegt niks. Ik ook niet.

Ik ga niet naar huis. Ma moet het maar eens alleen doen. Ze kan net zo goed een van mijn zussen vragen.
Ik loop naar ‘de plek’. Jolande loopt volgzaam achter me aan. Tot nu toe ken ik ‘de plek’ alleen van horen zeggen. Jolande zal er nog nooit van gehoord hebben, denk ik. Het is geen plek om alleen naar toe te gaan. Het is een vrijplek….…..veel stelletjes zoals wij gaan daar verder met elkaar dan ze ooit gegaan zijn. Het is eigenlijk het enige beschutte plekje in de buurt; vrijwel alle groen van onze tamelijk nieuwe woonwijk staat daar: wat struiken en een paar stevige bomen.

Vandaag zijn we alleen op ‘de plek’’. Jolande gaat uit zichzelf met haar rug tegen de boom staan. We omhelzen elkaar, ik met mijn armen onder haar warme jas, streel haar rug……….haar billen…….de bil van haar slechte been voelt heel anders dan haar goeie bil; deze bil is dunner, minder vlezig, veel harder, niet kneedbaar...........…..oei, wat is ze dun……..zij zoekt mijn lippen………………...we zoenen. Ik vraag of ze zich om wil draaien…….. wil haar borsten strelen……gedwee draait ze zich om………….even huivert ze van mijn koude handen op haar warme buik (stom, zeg!)..……ik warm mijn handen even aan haar buik………….en streel dan zacht, heel even maar, haar volle zachte borsten, haar knetterharde tepels. Mijn handen gaan dan allengs naar beneden , onder het elastiek door van haar slipje……..naar haar platte onderbuik……..heerlijk warm en zacht. Mijn rechterhand woelt door haar stugge schaamhaar……….voelt verderop de natte plek, die Hans hem ooit beschreef……als het vocht van 'als een vrouw het vrijen lekker vindt'.
‘Meer vertel ik niet zei Hans, de rest zoek je zelf maar uit.’
Ik voel nu ook waar het vocht vandaan komt…………Jolande schokt, maakt wat angstig klinkende geluiden ….weinig rielekst................zou ze het werkelijk lekker vinden? Ze draait zich om……en trekt haar kleren glad. Jankend, hinkelepinkend rent ze de in richting van haar huis……
‘Jolande! Jolande!………probeer ik nog……ze rent gewoon door.

Opoe was bij Jolande op bezoek. We waren met drie en met z’n tweeën is de limit, hier, op ‘de plek’. Ik aarzel of ik mijn bebloede vingers met wat herfstbladeren zal schoonwrijven of dat ik ze zal schoonlikken.….en kies uiteindelijk voor het laatste.

(wrdt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten