vrijdag 6 mei 2011

Ongeleid projectiel

‘Zou je de troep die je hier gemaakt hebt eens een keertje willen opruimen?’  Zo vraagt een vrouw aan haar 22 jarige buurman Theo. Hij heeft net zijn tuin opgeschoond. Prachtige bijna bloeiende klimrozen, hortensia’s en enig afgeleefd tuinmeubilair en wat verfrommeld hekwerk,  heeft hij buiten zijn tuinhek geflikkerd. Op het normaliter zo fraaie en gezellige binnenterrein. Meneer schoont zijn eigen tuin dus op door het gemeenschappelijk groen te bevuilen.
‘Vindt u dat normaal?’vraagt de vrouw.
‘Mijn zoontje haalde zich open aan de doornen van de roos dus moest die plant bij mij weg!’
‘Zodat anderen op het binnenterrein zich daar aan die doornen kunnen openhalen, bedoel je? Heb je de Roteb al gebeld?’ vraagt ze.
‘Ja.’
‘Voor wanneer dan?’ vraagt ze.
‘Weet ik niet.’

Theo is door  zijn eigen moeder al op 19 jarige leeftijd  het huis uit gezet. Zijn moeder is 36.
Theootje werd een bedreiging voor haar gezondheid.
Vanaf zijn puberteit stelt hij zijn moeder op de proef: hij steelt uit haar portemonnee. Hij maakt spulletjes van haar kapot of onbruikbaar. Zet de haardoger aan in de slagroom; stopt sultana's in het tostirooster, verft het scherm van de gloednieuwe flatscreen rood… enzovoorts  
 Theo bedreigde enkele malen heel concreet de gezondheid van zijn moeder met een mes: toen ze boos op hem was omdat wat laat thuis kwam en toen ze wilde dat hij die dag eens naar school zou gaan.  

Een even ondoorgrondelijk als sociaal gebaar was het van de woningverhuurder om Theo een benedenhuisje te gunnen op een minuut loopafstand van het woonhuis van zijn moeder. Benedenhuisjes die in het Rotterdamse normaalgesproken bestemd zijn voor minder validen en ouderen die niet meer in staat zijn trappen op en af te sjouwen.
Saillant detail hier is dat de moeder van Theo werkzaam is bij de verhuurder van deze woning.

Deze jongenman presteert het zo hard muziek aan te zetten dat bij mij, twee verdiepingen hoger en twee portieken verderop het glasservies spontaan het dressoir uit komt schuifelen. Verder zit Theo tot laat op de avond, op sonore toon te ‘discussiĆ«ren’ met jochies van 12 en 13 jaar (!!). Jongens van 14 jaar en ouderen knappen om onduidelijke redenen af op Theo. Helaas heeft hij nog wel een verderfelijke invloed op die 12-13 groep.  Hij paait ze voornamelijk met wiet en in ruil daarvoor voetballen ze met hem en zijn zoontje, doen ze  boodschappen voor hem bij de super of gooien ze bij een vervelende buurbewoner een ruit in.

Theo’s zoontje was twee toen hij hier kwam wonen. Het ettertje is inmiddels vijf. Het kind is hier alleen in de vakanties, zoals nu.  Buiten de vakantie is het kind bij zijn moeder, die zich hier nooit laat zien. Wanneer het kind om 11 uur ‘s avonds van Theo moet gaan slapen, gilt hij iedereen die slaapt wakker.

Theo is een ongeleid projectiel, die de sfeer in de buurt verziekt.
Wat deze jongen nodig heeft is begeleiding. Strakke, systematische begeleiding. Ergens, in een rustige bosrijke omgeving met veel frisse lucht. Daar kan hij zich misschien leren gedragen als ‘behoorlijke’ buurtbewoner. Zijn buren zouden hem best wel wat willen en kunnen leren maar van hen neemt hij niets aan.
Misschien kan de woningverhuurder nog inspanningen verrichten in dezen; een financieel bijdrage wellicht. De verhuurder heeft ‘het probleem Theo’ immers op het bordje van de bewoners van dit wooncomplex gelegd.

De vrouw drukt voor Theo’s hek haar peukje uit tussen haar schoenzool en een straatsteen.
‘En dan heb je wat te zeggen van mij, dat ik mijn troep op straat gooi; wat doe je zelf: Je gooit je peuk weg voor mijn tuinhek………’ zegt Theo op licht triomfantelijke toon.
'Ja, hoor, naast die gigantische teringzooi die hier ligt van jou, valt dat kleine peukje he-le-maal niet op.’
‘Als die zooi morgen  voor 12 uur hier niet weg is, bel ik de stadswacht en heb je een boete van tachtig euro aan je broek. Duidelijk?! Daaaag, Theo!’

En het wonder geschiedde: de troep was weg; al voor acht uur!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten