zaterdag 21 mei 2011

Zielig

‘Daar zal je mij niet over horen zeiken,’ zegt Haan, ‘want daar heb ik bewust voor gekozen.’

‘Zielig toch wel,’ zei, Grat, de zoon van een buurman van een eindje verderop in de straat, die hier zo af en toe wel eens een bakkie komt doen (die zoon dan, hè). Eigenlijk was ik dat wel met hem eens maar wat maakt nou het verschil tussen wel of niet zielig zijn? Wanneer wordt een persoon nou zielig? Zielig is altijd een etiketje dat anderen op iemand drukken. Zelden zal iemand van serieus zichelf zeggen:
’Ik ben zielig.’
De zielige mens is doorgaans geïsoleerd geraakt, onbegrepen. Een man vaak (ja, mannen vaak!). Zijn gedrag is soms wat extravagant vanuit de behoefte aan aandacht; zijn toon bitter en cynisch.

Laat mij dan eens een uitzondering zijn!!
‘Tijdens de feestdagen voelde ik me knetter-zielig!’ Ik heb me vrijwel constant geïsoleerd gevoeld.  Nou ja, voorruit, met Grat heb ik eventjes contact gehad. We spraken even over de kleur (rose) van het behang in zijn slaapkamertje. Had ik nooit van die eigenwijze flikker verwacht, zo’n kleurtje! Wel leuk, toch, zo’n joch. Hij komt er toch maar mooi mee voor de dag.
Echtgenote Sien vermijdt me voordurend. Het enige dat ze tegen me zegt is:
‘Nog koffie, Henk?’
‘Iets er bij, Henk?’
‘We gaan zo aan tafel, Henk, moet je nog naar de wc?’ en meer van dergelijke huiskamerruis. Verder is aan het janken  als ze er geen repen melkchocolade meer te vreten zijn.

Wijkagent Dolf, die ik hier met zijn vriendin Katja  heb uitgenodigd, is inmiddels zo zat als een Maleier. Hij heeft bijna in zijn eentje een hele krat bier op. Hij is nu aan zijn drieëntwintigste pilsje bezig! Katja, die geloof ik prostituee is van beroep, althans zo ziet ze er meestal uit, zit steeds maar op Dolf te letten.  Steeds zegt ze hem met zijn hoeveelste biertje hij bezig is en hoe snel hij dat flesje alweer leeg heeft. Dolf moet zo onderhand door het lint gaan! Daar kan je op wachten. Zijn reacties naar Katja worden steeds iets agressiever en dat kan ik me ook  zo goed voorstellen. Ook mij komt die Katja mijlenver mijn strot uit met haar gezeik. Ze brengt het ook zo hautain. Alsof ze het allemaal zo goed weet. Dat is wat zo vreselijk irriteert. We konden er op wachten en hier is het dan: Katja staat op  en als een volleerde vrouwelijke spreekstalmeester zegt ze:
‘Ratatataaaaaaaaaaaa, dames en heren, even uw aandacht voor deze meneer hier, Dolf heet hij. Deze meneer hier heeft zojuist pilsje nummer 24 leeggegoten in zijn dorstige keeltje. Dit hele kratje maakte hij leeg in 48 minuten rond! Een gemiddeld tijd derhalve van twee minuten per pijpje. Nogmaals Dolf, bravo! Een nieuw familierecord! Zal  ik je broer Bram even bellen of doe je het liever zelf………………?’
‘En nou hou je muil, kut!’ Slaande ruzie tussen Katja en Dolf….en Brutus, onze tekkel, gelijk te keer gaan!!  Dolf pakt een bakje met huzarensalade en zet het omgekeerd (als een hoedje) op Katja’s hoofd. Door het losgekomen vocht van de huzarensalade loopt haar mascara door en prikken haar ogen zo, dat het lijkt alsof ze er van moet huilen. (Maar dat is beslist niet zo!). Katja trekt het overhemd van Dolf naar achteren en in de ruimte tussen zijn nek en zijn overhemd kiepert  Katja de toastjes met eiersalade, selleriesalade en tonijn. En dat allemaal in mijn huiskamer.
Ik bedoel maar: wanneer ben je nou zielig? In je uppie met een sliertje vlees in  je soep of met z’n vijven ego-trippend in zo’n woonkamer als die van mij; met huzarensalade en toastjes.
Schichtig schrokt Brutus de toastje van de vloer; vooral die met tonijn en ei.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten