maandag 30 mei 2011

Meidenweekend

Voor mezelf koken, als ik in mijn uppie thuis ben, dat vind ik nou he-le-maal niks! Mijn geliefde echtgenote is de hort op. Meidenweekend. Met (bijna) alle familiemeiden een lang weekend lang meiden-lol-maken  in een meiden-hotelletje in Drenthe, Brabant of Limburg. Nu zitten ze toevallig een keer in België, in de badplaats Knokke. 
Zij meidenweekend. Ik meidenweekend. Gisteren een heel plezierige avond en een iets te lange nacht gehad met Angela, een heel leuke meid en vandaag komt Zelda bij me eten. Zelda is meer een lekkere meid.  Zeg haar dat je voor haar gaat koken en ze zit al met een uitgevouwen servetje op haar bloesje en met mes en vork in de aanslag. Voor de rest is ze vrij normaal, hoor.   
Goed, Zelda zit dus startklaar . Tafel gedekt. We moeten nog beginnen, het toetje staat al, enigszins terzijde, op de eettafel: kersen in een fraaie glazen schaal.  Een euro vijfenzeventig per bakje van een pond, zijn de kersen op de markt. Niet zo duur. Als ze te vreten zijn tenminste. Ze zien er niet slecht uit. Het lijkt alleen wel of ze uit twee verschillende plukken komen. Iets meer dan de helft  is knalrood en iets minder dan de andere helft is zwaar donker rood. Het water loopt me werkelijk uit de mond als ik naar die kersenpaartjes in de schaal kijk.

Als hoofdgerecht heb ik gekozen:  zalm met prei en rijst. Ik zal mild zijn in mijn oordeel: niet zo heel erg  lekker. Zelda daarentegen is vernietigend. Ze spuugt de eerste de beste hap gelijk weer terug in haar bord :
‘Gatverdamme,  Jezus, Jee, het lijkt wel vissoep en als ik iets erg vind…….’
 Ze heeft gewoon gelijk : het is een soort zalm-prei soep geworden met wat rijst. Een veel te nat prutje dus. Ik heb er zilvervliesrijst bij gebruikt. Zelma weet precies wat ik fout deed:
‘Je had hier basmatirijst bij moeten nemen, eikeltjee. Tsssj, dat  je dat niet eens weet, man!’

Ja, dat zei Angela vannacht ook tegen me, terwijl ze zich van onderen stond te wassen.
 ’Die basmatirijstkorrel, Jee, heeft een vrij groot  vochtabsorberend vermogen. Die korrel  wordt ook gebruikt tegen natte plekken na inregenen en kleine  lekkages in huis. Fijngemalen wordt die rijst gebruikt bij de vervaardiging van inlegkruisjes. Moet ik voor jou een nat washandje meenemen, Jee?’ roept Angela in een moeite door uit de badkamer.
‘Nee, laat maar even, Angel, ik masseer eerst nog even die stijve spier in mijn nek, meisje,’zeg ik.

De smaakcombinatie  zalm – prei,  is trouwens verrassend lekker. Vandaar dat ik het prutje, in een grote zeef laat uitlekken. Tegen de tijd dat ik naar bed ga, na de herhaling van DWDD meestal, is het uitlekken wel klaar. Dan zet ik dat  uitgelekte prutje in de vriezer. Dat eet ik te zijner tijd nog wel eens op, als tussendoortje of voorafje. Tsja, en dat uitleksel, toch nog een hele mok vol zalm – preisap, drink ik op voor het slapen gaan. Ik móét nu eenmaal toch iets hartigs te eten of te drinken nemen. Een soort slaapmutsje. Ja, ik ben en blijf nu eenmaal een rare jongen. Niks aan te doen.

Zelda kan haast niet wachten om met het toetje te beginnen: de kersen. Altijd lekker, zeker na een mislukte hoofdschotel.  Ze liggen er zo smakelijk bij die kersen, in de fraaie glazen schaal. Helaas blijken ook deze kersen al niet te vreten. De knalrode zijn onrijp, smakeloos en waterig. Het merendeel van de donkerrode kersen zijn overrijp, beurs en enigszins gegist; ook onsmakelijk dus.
‘Zullen we die dan maar……eh……toedeledokie?’ vraagt Zelda.
'hmmmm……mieter ze maar in de compostbak.'

Zelda heeft wel een grote mond maar ze is haar boosheid altijd zo weer vergeten. Nu zit ze al weer te smullen van een paar heerlijke, door mijzelf gebakken, boterhammetjes  belegd met kersenjam, waar je je vingers bij aflikt.
 Het lijkt wel of het betere,  het echt lekkere fruit tegenwoordig linea recta naar de jamfabrikanten gaat,  in plaats van via de groenteboer naar mij. In de schappen van de supers zie ik iets liggen, wat door moet gaan voor fruit; fruit zonder een greintje energie. Onrijp of overrijp, uitgedroogd of beurs, beschimmeld of gistend. 
Werkelijk ik overdrijf niet als ik zeg dat ik me mijn laatste lekkere peer niet kan herinneren; sterker nog: zelfs niet eens mijn laatste rijpe sappige pruim!
Zelda roept dat ze er vandoor gaat en dat ik het maar moet bekijken met die afwas die er staat:
'Voor dat waardeloze vreten van je, ga ik niet staan afdrogen de groeten.'



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten