maandag 16 mei 2011

Zeg het maar (7) Zes pas

Elke avond vertellen Carola en ik, in bed, voor het slapen gaan, iets aan elkaar, dat we elkaar nooit eerder hebben durven zeggen. Vanavond ben ik aan de beurt.

Deze ervaring spookt nog zo vaak door mijn hoofd. Ik wou dat die er eigenlijk nooit geweest was maar de ervaring kwam gewoon of ik die nu wilde of niet. Een onderwerp waar ik ook niet zo makkelijk over praat of schrijf. Ik ben er absoluut niet trots op Carola.
‘Ja, dat snap ik Jee, als dat wel zo was dan had je me er vast wel eerder over verteld.’
Nou, kom op, voor de draad er mee; hou op met dat gedraai!.’

Het zal nu ongeveer 35 jaar geleden zijn. De dochter van onze beneden buren, Nicolette is dan zes. Ze vindt het leuk om kleuterjuf te spelen met onze zoon Kareltje als leerling. Gelijk uit school loopt ze eerst door naar ons, op de derde verdieping, belt en roept:
 ‘Hallo, Jee, ik ga eerst even tegen mama beneden zeggen dat ik er ben, hoor’
Ja, ze mag Jee tegen me zeggen, want zo heet ik toevallig ook. We zitten in de jaren tachtig (vorige eeuw); alles mag, alles kan. Anti-autoritair, weet-je-wel. Mijn kinderen mogen me ook bij mijn voornaam noemen. Hun vriendjes ook. Alles liever dan ‘Ome Jee’ of ‘Vader van Kareltje’.
Met Ruud en Bea, de ouders van Nicolette,  kunnen we het goed vinden. Ze zijn de enige onderburen die nooit wat te ouwehoeren hebben gehad over ons als bovenburen. Ondanks dat onze kinderen, nummer twee diende zich destijds aan,  behoorlijk luidruchtig konden knikkeren, bouwen enz. Nooit gezeik over gehad met hun. Dat is echt een zegen dat je je kinderen, binnen redelijke grenzen natuurlijk, onbekommerd kan laten spelen.
‘Onze kinderen zijn ook klein geweest,’ zei Bea dan altijd en ‘wij hadden van die zeikers als buren: dan stommelen ze met een zwabber tegen het plafond, eerst zachtjes dan steeds iets harder.’

‘Zeg Jee, kan je niet een klein beetje sneller to the point komen? Om zes uur straks gaat wel mijn wekker dus…..’

Ik laat altijd de buitendeur even op een kier staan, nadat Nicolette aangebeld heeft. Ze is altijd binnen de minuut weer bij ons terug. Kareltje is duidelijk blij met haar: hij staat al klaar met zijn favoriete spel: het knikkerspel.
‘Wat zullen we vandaag eens gaan doen Kareltje……o, ik zie het al?’ Kareltje bouwt dan samen met Nicolette eerst een soort knikkerachtbaan en gooit dan boven in die achtbaan een knikker, die dan over die achtbaan naar beneden roetsjt. Het is simpel maar het is plezier. Ook voor de onpartijdige toeschouwer, die ik ben.
Ik heb ondertussen wat te drinken ingeschonken. Kleine Karel en Nicolette nemen meestal appelsap. Ik sinasappelsap. We eten er altijd een chocoladekoek bij.

Het spijt me, Jee, maar ik val bijna in slaap. Misschien kan je hier morgen verder over vertellen, want ik houd het niet meer.’
‘Rustig, Carola, want nu kom ik to the point.
‘Nicolette komt bij op schoot zitten. Doet ze eigenlijk al vanaf dag een dat ze bij ons over de vloer komt. Niks mis mee. Tot nu toe dan. Ze is vandaag onrustig. Ze zit druk te praten, lachen, wippen gebaren. Op mijn schoot. Het lijkt  haast wel of ik een erectie ga krijgen. Wat is dit nu? Ik maan Nicolette wat tot rust. Dat heeft weinig effect.  Van haar onophoudelijke beweeglijkheid krijg ik onwillekeurig een enorme stijve. Voel me daar niet bepaald lekker mee. Ik pak Nicolette op, sta zelf op en zet haar op de stoel terug. In de badkamer kijk ik naar mijn kop in de spiegel.
‘Een meisje van zes, Jee! Come on, man!!!!????’ Ben je nu al net zoals je opa? (*) Ik houd mijn hoofd onder de koude kraan.  Voel me een beetje duizelig.
Als ik terug kom in de keuken zit Kareltjes gezicht half onder chocola. Nicolette is al met een washandje in de weer.  Van kleuterjuf naar moedertje.

‘Dus je beschouwt me nu niet gelijk als een vieze gore pedo, Carola?’
‘Nee, dat dacht ik niet Jee! Kijk, dat je een dikke krijgt van het gehups en gebups over je pik, vind ik eigenlijk wel verklaarbaar. Wat je vervolgens doet is eigenlijk heel adequaat: weggaan en afkoelen.

'Had ik het je maar eerder verteld, Carole. Ik ben wel blij dat je hier zo cool tegenaan kijkt. Zelf maakte ik me er zorgen over omdat ik dacht ‘zo te zijn’ als opa. Over hem vertelde ik je al eens dat deze man de grenzen van zijn kleinkinderen overschreed.’

‘Uiteindelijk, Jee, ben ik blij dat ik mezelf nog even gedwongen heb om wakker te blijven. '




(*) blog d.d. 17-8-2009  Vader
      blog d.d.15-4-2011  Liefde met, liefde zonder lust

Geen opmerkingen:

Een reactie posten