Dezer dagen probeer ik alles te bezien vanuit een zekere mate van verliefdheid op mezelf.
Ik moet eerlijk toegeven, dat ik daarbij iets te veel zuip maar ... morgen niet. Morgen is steeds weer een drankloze dag. Elke dag weer.
Dit is typisch zo’n dag waarvan Carola zou kunnen zeggen, voelen of denken, dat ik weer lekker op weg ben manisch te worden. Ik fiets als een bezetene van huis naar oom Daan. Van oom Daan naar Piekfijn. Van Piekfijn naar de bibliotheek. Van de bibliotheek naar de tuin. Van de tuin naar Albert Heijn en van Albert Heijn weer naar huis.
Op de tuin heb ik me te pletter gewerkt. Was ik he-le-maal niet van plan. Als ik manisch aan het worden ben, doe ik alles zonder plannetjes. Impulsief. Ja, dat is het woord. Deze middag doe ik alles impulsief. Ben ik nu dan weer manisch impulsief ... gek word ik van mezelf!
Leuk bij Piekfijn………hoho, stop,........ even uitleggen:
Piekfijn is een dochteronderneming van de Rotterdamse reinigingsdienst. Allerlei redelijk goede, nog bruikbare spullen, worden door Piekfijn verzameld en voor een habbekrats verkocht; onder andere dus kleding. Oké, verder nu. Leuk bij Piekfijn, dat contact met de fraai gecoiffeerde en gesoigneerde oude (68?) dame. Ze komt naar me toegelopen; wil me iets zeggen maar voordat zij de kans krijgt, zeg ik tegen haar:
‘U komt me toch zó bekend voor, mevrouw.’
‘O ja?’ zegt ze.
‘Ja, ‘zeg ik, ‘u lijkt precies op mijn tante Miep, die nu toch al weer zo’n vier jaar dood is. Tante Miep was de vrouw van mijn ome Daan/Leuke man, zo’n ont-zet-tend leuke man, een echt mensenmens. In de vijftiger jaren had hij een succesvol clownsnummer samen met zijn broer Aadje (mijn ome Aad dus, ook al een tijdje dood ... en ik rebbel en rebbel en rebbel maar door:
‘nog geen kwartiertje geleden, zit ik bij oom Daan een bakkie te doen…..heb toen een tijdje, zwijmelend, naar een mooie foto van Tante Miep zitten kijken. Twee druppels water, mevrouw. Heet u misschien toevallig ook de Goey met uw achternaam? ‘
Ze zegt dat haar meisjesnaam Boer is en ze verklapt me haar voornaam: Saskia. Hoe ouder hoe gekker zal ik maar zeggen.
‘Het grappige van deze situatie hier, ’zegt ze,‘is, dat ik naar u toeloop omdat u qua postuur zo’n gelijkenis vertoont met mijn oudste zoon Bart. Twee jasjes heb ik hier net voor hem uitgezocht en nu wil ik u vragen ze even aan te passen. Ik vermoed dat als ze u passen en als ze u leuk staan, dat Bart ze dan graag zal dragen.’
Ze toont me de jasjes ... ik pas er een. Veelsteklein ... en dat andere jassie natuurlijk net zo.
‘Verdorie! Wat jammer nou.’ zegt ze en ze maakt aanstalten om de jasjes in het rek terug te hangen.
Zelf heb ik net vier alleraardigste gilletjes uit de schappen geplukt……..over één gillet heb ik nog mijn twijfels. Lijkt me wel mijn maat ... maar.....
‘Mevrouw ... eh ... Saskia ... wilt je nog even kijken of dit me staat?’
’Natuurlijk, jongen.’ zegt ze als ze terug komt lopen.
Ik heb het gilletje nog maar net aangetrokken of ze zegt zeer resoluut:
‘Oh nee, hang maar weer terug, knul, het is een damesdingetje: de knoopjes zitten verkeerd voor jou.’
Steeds gonst het in mijn hoofd: ik zal toch niet wèèr manisch worden.
Ik moet eerlijk zeggen: mijn dadendrang is groter dan gewoonlijk. Slapen gaat nog steeds goed. Ik wordt wel steeds wat brutaler. Voel me soms wat te senang.
Maar hoogstwaarschijnlijk komt dat door mijn nieuwe levensmotto: doe alles alsof je smoorverliefd bent op jezelf, op het leven en dus ook op Saskia, Carola, Irma, ome Daan, ome Aad en vele anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten