Ik spring op het aanrecht en vreet zo snel mogelijk alle plakjes worst weg rondom de augurken.............ik kan helaas niet voorkomen, dat er wat worst en augurken op de keukenvloer terecht komen. Daar schiet die kat met een plakje worst de woonkamer in ………..niet zo snugger, zeg. Van mij mag ze het opeten; ik heb zelf meer dan genoeg. Het is alleen wel zuur voor het baasje en de gasten. Ze zullen toch ook wel van blote augurken houden?
Als vrouwtje die ‘snuggere’ kat met dat plakkie gelderse in haar bek de kamer in ziet rennen, ja,dan gaan natuurlijk alle alarmbellen rinkelen. Ik duik zelf zo ver mogelijk onder de keukentafel……………..dicht bij enkele gevallen zure bommen…..…..opdat ze me niet zullen vinden………..ijdele hoop, want binnen de kortst mogelijke tijd ben ik zuur. Nu zwaait er iets voor mij, dat lijkt me nogal logisch. Baasje pakt me voor zijn doen nogal stevig bij mijn nekvel, schudt me flink door elkaar en schreeuwt (veel en veel te hard):’Krijg je hier soms niet voldoende te eten, lelijke vreetzak dat je er bent.’ Hij barst nog net niet in huilen uit.
‘Ga jij maar een poosje hier je zonden zitten overdenken, mister schrokop’ en hij duwt me de badkamer in…..de badkamer…….de plek in huis met die nare, scherpe geuren……. mensen zijn er dol op……..niks voor mij. Een poosje noemt hij dat…..pas als alle bezoek weg is, opent hij de deur van de badkamer.
‘Zo ondeugend beestje van me……komw dl nou maal uijt…..je zawl ownderhawnd wewl moewten piesen, hè, Sita…’, als je het mij vraagt is die man straalbezopen………..hij staat te lallen.…..en die moet dan met mij naar buiten………ik ben geen ‘dronkendroppies geleidehond’. Met z’n dronken kop vergeet hij me mijn riem om te doen. Ik ren naar beneden; hij waggelend achter me aan. Ik race naar mijn poepveldje langs de Rotte, ik heb hoge nood. Terwijl ik daar zit te poepen bereikt mij een verrukkelijk geurwolkje. Vanmiddag rook ik ook al zoiets; kon niet direct thuisbrengen wat het was maar toen kreeg ik van die dwaasbaas met z'n wurgriem geen kans om even op onderzoek uit te gaan. Nu grijp ik mijn kans.Ik ben 'warm', de geur wordt steeds iets sterker, ik weet nu bijna wat het is…..het is .....het is......het rottend kadaver van een rat, een grote rat. O, wat ruikt dat toch vurrukkuluk. Het krioelt van de maaien over zijn opengereten lijfje. Vliegen zijn vanavond niet actief. Ik kan het niet laten om mijn neus heel dichtbij die krioelende maaienmassa te brengen en alle heerlijks op te snuiven. Dit gaat allemaal volkomen instinctmatig…..mijn kop en mijn flaporen wrijf ik er door en ik ga er met mijn rug boven op liggen kronkelen….van voor naar achter......van links naar rechts….ook mijn zijkantjes krijgen een beurt…..genieten……ik voel die kleine maaitjes over mijn rug kriebelen. Nu ruik ik naar rottend vlees, naar ‘wild’, geen enkel wild beest herkent mij nu nog als vijandelijke jachthond……en daar is het mij nu allemaal om te doen.
Baasje trekt mij naar huis; hij is zo in de lorum, dat ie niet eens merkt wat er met mij aan de hand is….…..ik hoor hem wel flink snuiven en zie hem met een vies gezicht in het rondkijken maar hij brengt die geuren nog niet met mij in verband.
De trappen op naar boven, verlies ik tientallen maaien…..dat zal morgen een zwerm bromvliegen tot gevolg hebben, zeker weten.
’Getverdemme, Cee, waar zou die ondraaglijke stank, die hier hangt toch vandaan komen, ik word er zowat onpasselijk van.'
Vrouwtje heeft gelijk door dat die lucht van mij af komt. Ze zegt verder niks tegen haar bezopen partner (zij kijkt hem alleen heel vuil aan), zet mij in bad en beveelt me te blijven staan. Het lijkt wel of ze soms bijna stikt in de lucht die ik verspreid. Het water dat ze over mijn rug sproeit is lekker warm. Wel jammer dat ik mijn geur nu kwijt raak. Maar het was de moeite waard…..een half uur in cognito.
Nee hè, ze is toch niet gek geworden, gaat ze mijn vacht insoppen met ei-shampoo……… dat kan echt niet.....……..zo kan ik me niet vertonen aan de jongens buiten, want bij ons hoort een ei er juist níét bij.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten