vrijdag 22 oktober 2010

Sita (12, slot)

Dan maken mijn baasje en zijn vrouw opeens werk van kinderen; mij wordt niets gevraagd. Twee nemen ze d'r maar liefst; twee jongens.....; de een twee jaar na de ander: Aad en Kees.
Zij janken en krijsen, poepen en piesen waar ze staan, vechten elkaar de tent uit en wat ik het allerergste vind: zij trekken mij aan mijn flaporen omver………ze zijn toch al zo gevoelig, die arme oortjes van mij! Dat ik verga van de pijn hebben ze niet eens in de gaten. Een enkele keer, als ze het echt te bont maken, geef ik ze wel eens een waarschuwingsknauwtje; zo’n knauwtje zonder kracht te zetten met mijn tanden. Gelukkig schrikken ze daar al voldoende van om te stoppen met sjorren aan mijn oren.

We gaan met vakantie. Allemaal. Niet dat ik daar iets vanaf wist, hoor. Ik word altijd door dat soort zaken overvallen. Ja, gezien de bagage die verzameld wordt, kan ik natuurlijk weten dat we op vakantie gaan. ‘Rockanje’ die naam hoor ik steeds noemen ….Rockanje mijn Spanje. Voor vakantie is het wel heel dichtbij. Nog geen uurtje rijden. Ongelooflijk en waar: ik heb me blij gemaakt met een dooie mus: ik mag niet met ze mee die camping op: verboden voor honden. Baasje heeft er wel wat op gevonden: ik word gedumpt bij een boerenwoning: ik ben aangelijnd; baasje geeft mijn riem aan een onooglijk, klein kereltje, dat zegt een boer te zijn.....…..maar in de stal, waar hij me heen trekt, zie ik geen boerderijdieren; wel volop stadsdieren, opgesloten in kooien van alle soorten en maten.
De boer propt mij ook in zo’n hok……….ik ga zo hard tekeer als ik kan….en die boer maar lachen…….door mijn gejank gaan die ander honden ook meedoen…… in koor
‘’nou dag hoor Sita, tot vanmiddag, dan komen we je uitlaten, ’ zegt baasje.
Dat toch weer wel…….
Mijn familie is nog maar net de hoek om of die boerenlul, die net nog zo om mijn gejank stond te lachen, vertekt zijn gezicht in een grimas: ‘Kappen nou met dat gejank!’ en hij geeft me met zijn knokkels een beuk vol op mijn knar……ik kan nog net even mijn tandjes in de hand zetten van die schijnheil……dat hij jodelend van de pijn de stal uit loopt doet mij veel genoegen.

Vooral honden zitten hier. Ik hoor tenminste niks anders dan bozig geblaf...........daar zijn we zò goed in! Dit boertje heeft volgens mij helemaal geen koeien, varkens, kippen of grote percelen tarwe, graanaardappels of groenen. Hij doet voornamelijk in honden; hij is een hondenboer. Beetje bij beetje kom ik er achter, dat hier alleen dieren zitten wier baasjes op de campings in de buurt zitten. Op geen enkele camping, laten ze honden toe.
Mijn baasje vergeet me niet. Hij komt me een paar keer per dag eten en drinken brengen en wat uitlaten betreft kom ik ook niks tekort, als er gewandeld wordt ben ik er ook bij. Ik denk dat ze me altijd meenemen op leuke wandelingen en dat vind ik wel tof. Zij weten natuurlijk ook wel hoe graag ik op het strand en in de duinen ben. De situatie hier om en nabij Rockanje is te vergelijken met Scheveningen: spekkie naar mijn bekkie.
Alleen is de situatie nu wel iets anders omdat er nu kinderen bij zijn; baasje verwacht van mij dat ik een oogje in het zeil houd voor de kids. Natuurlijk houd ik dat niet de héle wandeling vol, ik moet een paar konijnen of ‘weet ik wat voor vogels’ de stuipen op het lijf kunnen jagen. Eerst wacht ik altijd even af hoe het loopt met Aadje, de oudste zoon van baasjer
Die oudste jongen heeft als kleuter een eigenaardige gewoonte ontwikkeld. Als we met mooi weer op het strand zijn, gaat Aadje op een gegeven moment met grote snelheid rondjes rennen. Ik ren dan achter hem aan en plots als hij op topsnelheid ligt, laat hij een drol in het zand vallen. Vervolgens gaat hij weer rustig in het zand zitten spelen, als of er niks gebeurd is. Razendsnel, als altijd, ben ik bij Aadjes drol om die, mèt het aanklevende zand, likkebaardend naar binnen te schrokken, onvoorstelbaar wat een rijkdom aan voeding daar nog voor mij inzit…….ik ben Aad daar bijzonder dankbaar voor.

Na ‘Aadjes act’ houd ik het even voor gezien. Ik ga nu even mijn eigen spoor trekken. Baasje zal nu onderhand wel weten dat ik niet in zeven sloten tegelijk donder. Als ik er straks genoeg van heb loop ik rechtstreeks naar die zogenaamde boer van dat dierenpension terug. Hier in de duinen zitten behalve konijnen, veel kleine vogels en insecten. Vooral in de duinpannetjes kom ik met grote regelmatig tweetallen mensenmannetjes tegen. In een half uurtje tijd tel ik zeker acht paartjes. Waar die mee bezig zijn? Geen idee. Eén staat met de broek op de enkels…….de ander zit op zijn knieën voor hem en drukt zijn gezicht in het kruis van die staande man.
Grappig hoor. Hé, wat zien ik? Een konijn! Er achteraan!!

(wordt voorlopig even niet vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten