Erg laag vind ik het, dat ze dan zeggen, dat ìk jaloers ben op die baby, dat ìk me misdraag omdat ìk te weinig aandacht krijg. Want dat is het verhaal dat ze gaan vertellen aan Jee en Cee. We gaan met de auto naar Rotterdam. Ton gooit wat speeltjes, een extra kleedje, mijn etensbak, mijn riem en mijn inentingspapieren in mijn mand en zet die in de auto…..dat betekent zo goed als zeker dat ik niet meer terugkom hier in Schiedam. Mijn baasje schreeuwt me de auto in:
‘Hier! en Zitten!'
Is hij een zielepoot of niet?
Dit is de dag nadat ik een schoen van Ton, een handtasje van zijn vrouw Ans en een trappelzakje van baby Annabelle kapotknauw. In Rotterdam, gaan Ton en Ans tegenover Jee en Cee een flink potje zitten overdrijven over hoe lief, leuk, aardig en gezellig ik altijd ben geweest, tot het moment dat baby Annabelle zich aandiende.
‘Ja, meneer Sita krijgt minder aandacht, hè, meneer Sita wordt een beetje jaloers, hè, meneer Sita gaat dan uit protest het laptopkoffertje van het baasje maar onderzijken, hè?!’ zegt die sukkelbaas van mij, terwijl hij me bij elke lettergreep die hij uitspreekt met zijn knokkels een tik op mijn kop geeft.
‘Hé eh, Ton, doe es even rustig, da beest heeft ook gevoel.’ zegt Jee.
Dierenbeul. Hoog tijd dat er dierenpolitie komt. Een simpele ziel is het…………het heeft helemaal niks met jaloezie te maken…………..........sinds de geboorte van Annabelle laat mijn baasje me nauwelijks meer uit …………….daar word ik nou bloednerveus van, lijkt mij logisch ook, …….ik zal toch ergens mijn behoefte moeten doen. Als de wc deur steeds op slot zou zitten dan moet Ton toch ook ergens anders gaan staan pissen. En……dan hoor ik Ton ook nog zeggen ‘hij bijt onze spullen kapot, weetje wel, dat schoentje, tasje en trappelzakje,’
………ja…………….als ze me zenuwachtig maken ga ik gekke dingen doen…..daar kan ik ook niks aan doe. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar.
Mijn baas zegt doodleuk, waar ik bij zit, dat ie me weg wil doen. Naar een asiel nog wel! Dat zegt die natuurlijk alleen maar om op het gemoed van die Jee en Cee te spelen. Dat ze medelijden met me krijgen en dat ze me dan maar adopteren. Doortrapt mannetje! Die J en C, hier in Rotterdam, zien er trouwens wel tof uit. Gelukkig hebben ze geen kinderen. Nadeel, zeer groot nadeel, vind ik wel die kat, die ze hier hebben. Tot op heden ruik ik dat beest alleen nog maar. Ze zal mij wel zien, vermoed ik maar ik heb geen idee waar zij zit. De stank uit die bak naast de voordeur……..gatverdamme……..ik zie daar in de gauwigheid een grote hoeveelheid nat gezeken en verscheurd krantenpapier in liggen en kattendrolletjes….op sommige plekken in die bak zie ik weke strondplarken. Uit mijn linkerooghoek zie ook ik dat er een voederbakje staat naast die bak met nog drie stukjes runderhart…….jamjam………….die scoor ik straks wel even………….het valt niet mee…….moet me even beheersen. 't Is trouwens een rooie, die kat, kan ik zien aan die haren op de vloer.
Tsjonge, jonge, jonge, wat huilt mijn baasje krokodillentranen:
‘We zouden hem zò graag houden maar het kàn niet met onze Annabelle…..kijk, nú verscheurt Sita alleen nog maar schoenen en tasjes…….,’ (Toe maar Ton.....hier lust ik, als hond, toch echt geen brood meer van.)‘…..nu verscheurt Sita alleen nog maar schoenen en tasjes maar straks…….ik moet er niet aan denken dat hij zich aan die lieve kleine Annabelle vergrijpt……..hij moet echt bij ons weg………….we weten op dit moment echt niemand voor hem…..we zouden het zo erg vinden als we hem naar het asiel moesten brengen.....……want hij is in feite, een lieve, vriendelijke vrolijke zindelijke hond……….....hé, Jee en Cee, missschien is Sita wel wat voor jullie! Volgens mij zijn jullie echte hondenmensen. Sita lijkt me helemaal geknipt voor jullie.’
Ik had allang gezien dat die J en C me wel zien zitten……ze nemen me ….ze weten dat ik een leuk beest ben......het zijn mensen met hondenkennis.
Ton haalt mijn mand met al mijn spullen uit zijn auto en zet alles neer naast de voordeur bij die stinkbak. Als die nieuwe baas maar niet denkt dat ik daar permanent in die stank ga liggen……dat doe ik alleen nu even om die stukjes runderhart naar binnen te schrokken……heerlijk…………..hoor ik nu kattengeblaas of vergis ik me…….nergens een kat te zien.
‘Ik weet zeker dat jullie veel lol met dat beest zult hebben,’ zegt Ton, de schijnheil.’. Ze aaien me nog even over mijn kop……..ik laat ze maar begaan…….de laatste keer………ben zo blij dat ik van dat nare stel af ben, dat wil je niet weten. Vandaag begint voor mij het goeie Rotterdamse hondenleven.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten