dinsdag 19 oktober 2010

Sita (10)

'Honderd euro krijg ik van u, meneer Jee, voor de kooikosten en de prik.’ zegt de man van de dierenbescherming.
Prik?! Ik dacht al wat voel ik toch in me poot.
‘Een prik tegen hondsdolheid, die geven we hier aan alle loslopende honden die we oppikken.’
Ze worden bedankt!

Het directe gevolg van zo’n boete is dat baasje het weer nodig vindt om een tijdje strak aan de lijn te houden. Ik kom dan de nodige beweging te kort en ik mis dagelijkse porties eten van de straat. Iets bijeten moet, want mijn dagelijkse porties bij Cee en Jee zijn aan de kleine kant. Volgens hun is weinig eten gezond. Als ik vrij rond loop pak ik van alles aan van mensen….ik weet onderhand precies waar wat te halen valt……….en ze zijn voor mij erg makkelijk herkenbaar: die er het armst uitzien, geven meest. Verder ligt er zoveel lekkers op straat….dat wil je niet weten……..
vooral bij de school: veel brood met worst en kaas (soms pak ik alleen de worst en kaas mee); half volle of half lege zakjes chips; bij de bouw: half afgekloven kippenbotjes en ook brood met ei of worst…..
Bij de slager, die gooit van achter zijn toonbank een stuk leverworst, dat net over de uiterste verkoopdatum heen is…….dat maakt mij natuurlijk he-le-maal niks uit. Bij de chinees staan vaak onaangebroken bakken rijst buiten…..goed voer voor ratten of duiven maar niet voor mij.

De rijkste voedselvoorziening is de route van de patatzaak bij de school naar de bushalte. Uit de patatzakjes vallen veel smakelijke patatjes………... De regel dat er geen eten de bus in mag levert mij en mijn soortgenoten flink wat te vreten op. Ongelooflijk wat we daar kunnen wegeten. Voor de mensen is het de bushalte voor ons de voedselbank.Daar kunnen dagelijks wel drie honden hun buikje rond eten. Kroketten waar één hapje van is genomen, halve zakken frites, hapjes bami- en nassihapjes. Ik moet gewoon soms wel eens wat laten liggen want anders zou het teveel worden.

Ik begin er over omdat ik op het moment niet bij al dat lekkers kan, want baasje vindt het nodig om me strak aan de lijn te houden na zo’n fikse boete. Ik probeer dan toch wel wat om sneaky wat bij te eten maar dat valt om de donder niet mee. Razendsnel moet ik zijn. In één tiende van een seconde moet ik dat afgedankte balletje gehakt op straat, ruiken, zien, pakken en ook nog doorslikken. Over elk stukje eten dat ik op straat scoor krijg ik gedonder met baasje. Dat is wel zo goed waardeloos. Hij zou bijvoorbeeld dit balletje gehakt het liefst uit mijn bek peuteren. Uit alle macht probeert hij mijn kaken van elkaar te trekken…….lukt hem toch nooit……………..maar wat hij niet weet: het maakt geen moer uit of hij mijn bek wel of niet openkrijgt: dat balletje gehakt zit al lang en breed in mijn maag……………….…en ondertussen hoor ik baasje nog zeggen:
‘’dat is niet goed voor je Sita, dat is bedorven vlees, daar word je ziek van, daar krijg je pijn aan je buikje van….’ en dan gaat baasje, al sjorrend en trekkend aan mijn kaken, met luidere stem verder:
‘ Nou kom op Sita, NU je bek open en gauw een beetje!’ Hier schrik ik natuurlijk vreselijk van (hihi) en ik laat hem tenslotte in mijn lege, zwaar naar knoflookgehakt stinkende bek kijken. Meestal volgen dan enkele grove vloeken en verwensingen van baasje en lopen we vrolijk verder.
Ik moet eerlijk bekennen: het eten van de straat is soms niet helemaal pluis. Vooral kip…..ik vreet namelijk die botjes ook op, hè. Dat geeft me soms een krampen. Ik lig het dan thuis in mijn mandje uit te gillen van de pijn. Natuurlijk: eigen schuld, dikke bult. Beetje lullig vind ik wèl als ik die kop van baasje dan grijnzend achter zijn krantje vandaan zie komen. De ergste pijn moet dan nog komen: het uitpoepen van die vlijmscherpe splinterbotjes....……ik moet er nu nog maar even niet aan denken.


(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten