woensdag 13 oktober 2010

Sita (5)

Daar staat baasje dan met kapotte broek en bloedende knieën. Ik zie hem vanuit mijn positie aan de overkant waar ik veilig ben aangeland en inmiddels, met mijn riem nog om mijn nek, vrolijk een wip maak met een wel héél gretige boxers-teef.
Aan alles is te merken dat baasje boos is, als hij driftig op me afkomt. Zijn gezicht staat onweer, zijn ogen bliksemen, zijn stem buldert over het Zwaanshals: ‘Ga als de donder van die boxer af en gauw!’ Tegelijk krijg ik een flinke zet van hem. Hij is er duidelijk niet zo blij mee dat ik op deze wijze van het leven geniet. Zou baasje soms jaloers zijn?
Hoe dan ook, ik zit nog bovenop mijn verovering en door een tweede, duidelijk hardere zet van Jee, beland ik naast mijn boxertje en omdat zij boos blaffend in de richting van mijn baasje loopt, komen zij en ik kont aan kont te staan en trekt ze mij achter zich aan. Voelt niet bepaald lekker zeg….mijn stijve zit nog in haar kutje…….probeer daar maar eens uit te komen…….ik een beetje naar voren ….zij een beetje naar voren….er zit verdorie geen beweging in. Er zit niets anders op dat we voortaan samen, vastgeketend aan elkaar door het leven gaan. Nu eens zij voorop dan weer ik. Denk niet dat ik dit leuk vind. Baasje Jee begrijpt er ook geen snars van….hij heeft totaal geen verstand van honden…………van verbazing raakt hij gelukkig wel het ergste van zijn boosheid kwijt. Een paar opgeschoten jongelui staan opgewonden giechelend naar ons te kijken. Ik begin er zo langzamerhand wel genoeg van te krijgen.
De man van de ‘doe het zelf zaak’’ aan de overkant, roept dat ie wel wat weet. Geweldig. Hij komt aanzetten met twee emmertjes water. Even later gooit híj emmer een en mijn baasje emmer twee over onze achterkantjes en het wonder vindt plaats……we zijn gescheiden. Wat een opluchting, zeg. Als ik me omdraai is dat lieve boxertje van me al in geen velden of wegen meer te bekennen….ik ruik haar nog een beetje.
‘Bedankt!, roept mijn baasje naar de ‘doe het zelf man’. Dat was me wat…….omstanders blijven nog even wat over het grappige voorval napraten. Mijn baasje is daarvoor beslist niet in de stemming. Hij heeft er stevig de pas in gezet naar huis. Zou hij misschien vergeten zijn dat ik ook nog even moet poepen………..en niet zo’n beetje ook? Baasje Jee stapt dapper door. Okay, dan maar voluit op de hand- en voetrem gaan staan. Goh, meneer stop zowaar even. Ik doe het op het trottoir, overmacht …………geen tijd meer om een plaatsje op de middenweg te zoeken…….
‘Godverdomme, viezerik, niet op de stoep, Sita, dat weet je toch!’’ en hij probeert mijn hoop met zijn rechterschoen naar de middenweg te schuiven……..natuurlijk lukt dat niet omdat deze hoop nogal week is…….met als gevolg dat zijn schoen onder de stront zit.
Bij onze voordeur, trekt Jee met een bijzonder vies gezicht zijn vuile schoen uit.
Hij doet de deur met zijn loper open en ik ren zo snel als ik kan naar boven. Vrouwtje Cee laat me er gelijk in. Ze praat op een lieve toon tegen me en geeft me een paar vriendelijke klopjes. Tof: ze heeft een verse bak water neergezet en in mijn voederbak liggen stukken paardenhart. Heerlijk, paardenvlees, vooral na een lekkere wip. Wat wordt er toch goed voor me gezorgd.
Daar komt baasje Jee binnen, met zijn stinkschoen in zijn hand:
‘O, Cee, die Sitah, die geeft werkelijk iets extra’s aan ons leven!’

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten