maandag 18 oktober 2010

Sita (9)

O ja, wat ik nog wil vertellen:ik loop normaal dus altijd mèt baasje naar het bos. Hij laat me daar los en ik kan een half uurtje als een dolle stier gaan rondrennen. Heerlijk, daar niet van maar eens in de veertien dagen is wel een beetje weinig. Ik heb gewoon wat meer nodig.…logisch toch….als hond wil hier elke dag zijn ……zeker een jachthond als ik.
Als ik een week of tien in Rotterdam woon bij Cee&Jee, ga ik uitproberen of ik mezelf uit kan laten………….eerst bij ons thuis aan de deurknop hangen…..naar buiten piepen….en later met een andere bewoner van ons pand naar buiten glippen. Aanvankelijk blijf ik in de buurt langs de Rotte……. en in de zijstraatjes……ik wordt dan nog wel eens teruggebracht door een goedbedoelende buurman, die vindt dat een hond als ik niet alléén op straat hoort te lopen:
‘o, o , o, o , stoute, stoute Sita,‘ zo luidt de tekst van een goedbedoelend lulletje, ‘jij ken toch niet alléén buiten spelen, knulletje.’
Jee en Cee kunnen dit niet meer terug te draaien…..ik merk dat ik mijn mannetje wel sta in het verkeer….ik steek heus niet over bij een rood stoplicht…… en ook als er geen met stoplichten beveiligde oversteekplaats is, stoppen de automobilisten heus wel voor mij. Mijn baasje heeft er nu ook vertrouwen in dat ik goed op mezelf pas. Hij doet tegenwoordig zelf de deur voor me open…….hun manier om mij uit te laten. Ze hebben ook een chip in mijn lijf laten zetten. Als ik eens mocht verdwalen, kunnen ze er bij de politie of de dierenbescherming altijd achter komen wie ik ben, waar ik woon etc. Kunnen ze me scannen. Dus…….zodoende ben ik nu bijna elke dag aan de plas te vinden. Soms komt er ineens een mens naar me toe dat me begint te aaien….meestal een kennis van Jee en/of Cee.
`Wat doe jij hier zo alleen, Sita......….of zijn Cee of Jee hier soms ook in de buurt?’ op dat soort vragen ga ik niet eens in........daar kan ik niet aan beginnen......ik heb hier veel te druk met andere dingen.

Oei, dit is een kwestie van bijzonder botte pech: een man gekleed in een blauwe broek en een wit overhemd met op zijn kop een blauwe pet, doet mij, voor dat ik er erg in heb, aan de riem en trekt me mee naar een auto waar een vrouw bij staat net zo gekleed als die kerel, alleen haar broek bevat zeker vier keer zo veel achterwerk als de broek van die man, jesus wat een reet; het kan niet anders: dit zijn politieagenten.Maar dat heeft er op zich niks mee te maken. Ze hebben me gevangen genomen en brengen me naar een benauwd gebouwtje van de direnbescherming, met kooien, waar ook andere katten en honden vastzitten; janken en blaffen is wat ik constant hoor, ik word er compleet gek van.
Doodmoe ben ik. Val in de kooi waar ik ingeschoven word, meteen in slaap.
Hoe lang het geduurd heeft weet ik niet maar een soort bewaker doet de kooi open, doet me aan de riem en trekt me naar buiten. Mijn baasje staat daar ook; door die chip in mij hebben ze hem snel kunnen vinden.
‘Honderd euro krijg ik van u, meneer Jee, voor de kooikosten en de prik.’ zegt de man van de dierenbescherming. PriK?! Ik dacht al wat voel ik toch in me poot. Een prik tegen hondsdolheid, die geven ze hier aan alle loslopende honden die ze op pikken.
Ze worden hartelijk bedankt!

(WORDT VERVOLGD)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten