dinsdag 22 maart 2011

Ratelende fietser

De hele komende week wordt het mooi en droog weer; tamelijk windstil. Is er beter fietsweer? Ik besluit, na de weerman te hebben aangehoord, om op maandag 21 maart de wielerklassieker Rotterdam – Hoek van Holland - Rotterdam  te gaan rijden. In mijn eentje, zoals gewoonlijk. Dat doe ik het liefst eigenlijk…..geen  gezeik als ‘rij es beetje door hé’ of ‘kan het niet wat rustiger’. En dan is daar plots een mail in mijn boxje  van ex-collega Petra.
‘Mag ik met je mee?, vraagt ze, ‘als je van de week nog gaat fietsen?’  
‘Nee, hè,’ denk ik, dus mail  ik haar: ‘Ja, leuk! 
Geef haar mijn plan voor de maandag door. Die maandag zitten we om tien over tien op de fiets. Ik ben natuurlijk, zoals altijd, een paar  minuten te laat maar Petra vindt dat geen enkele probleem.

We fietsen over de Westzeedijk, via de Schiedamse wijk ‘de Gorzen’ naar Vlaardingen en  daar zo snel mogelijk naar het prachtige fietspad langs de Nieuwe Waterweg: één rechte weg naar Hoek van Holland.
Nog geen maand geleden gaf ik in het Rotterdamse deel van deze fietstocht de Argentijnse Juliëta (*) een lesje Rotterdams voor beginners. Nu mag ik Petra, die nog maar kort in Rotterdam woont, het een en ander vertellen over onze mooi stad. Bij Juliëta was de grote handicap, dat ik het in Engels moest doen. Haar moedertaal Spaans spreek ik he-le-maal niet. Dáár heb ik bij Petra dus geen last van. Een geslaagd  Rotterdamse woordgrapje gaat over het (oude) belastingkantoor, dat gevestigd is in de Puntegaalstraat. Julietta zou er niets van begrijpen als ik zou zeggen dat de Rotterdammers dat het belastingkantoor in de Pluk-je-kaal-straat staat. Petra schiet in de lach. De poging zoiets te vertalen in het Engels, resulteert ongetwijfeld in een aardig cabaretnummer.

Petra wordt, net als Juliëta destijds, helemaal lyrisch als ze, en dan nog wel van een flinke afstand, Rotterdams toeristische attractie nummer, één Delfshaven ziet liggen. Het haventje, met oude schepen, de kades met oude, keurig gerestaureerde gevels.
‘Ja, zegt Petra, ik heb gehoord dat er zo veel leuke winkeltjes zijn in Delfshaven.’
Ik zeg haar dat er nauwelijks geen leuke winkeltjes zijn: wel leuke vreettentjes, de historische Pilgrimfatherskerk met het fraai klinkende carillon, het museumpje genaamd ‘Dubbelde Palmboom en niet te vergeten de de 18e eeuwse gerestaureerde molen ‘de Klapwiek.’  
Bij die molen heb ik zelf nog enige tijd als vrijwilliger gewerkt. Erg leuk werk. Ik haal er nog steeds het kilootje volkorenmeel voor het zuurdesembroodje dat ik wekelijks bak.
‘Waarom werk je er dan niet meer?’ vraagt Petra.
‘De molenaar halveert plotsklaps, zonder dat hij het er ooit met me over heeft gehad,  de vrijwilligersvergoeding. Die was altijd een kilootje meel per week. Hij zegt dat hij mensen zat kan krijgen voor dat werk. Voor een pondje, een half pondje of nòg minder meel. Zelfs zijn er die geld mee willen nemen om vrijwilliger te mogen zijn in de molen. En eigenlijk alleen maar omdat die zo mooi is! Tsja……..'Die mooie molen.'
Ach ja, als de zaken er zo voor staan, dan stop ik er maar mee. Gaat hij toch lekker met die lui in zee. Voor mij hoeft het niet meer. 
Het meel is daar echter van puike kwaliteit en niet zo duur; dus kom ik  nog altijd in de molen voor de ingredieënten van mijn broodjes.

Met dit weer is fietsen volop genieten, toch? Over vrijwel alle leuke plaatsen waar we langs fietsen in het Rotterdamse weet ik Petra wel wat te vertellen.
‘Want o,o,o,o,o wat weet ik toch vreselijk veel!!’
Over  de moeilijke wijk Schiemond, waar ik bijna tien jaar naast woonde. Over de prachtige monumenten Diepenveen (1929) en het HAKA-gebouw (1914),  Petra vindt het schitterend. Over de wijk Spangen en mijn lagere school: de Sint Nicolaasschool. Over mijn favoriete voetbalclub Sparta en  Schiedam, de stad waar ik geboren ben,  de Schiedamse scheepswerf Gusto en de mooie Liduinakerk  in Schiedam, genoemd naar Liduina die haar heup…’
‘Sorry hoor Jee,’ onderbreekt Petra mijn verhaal abrupt, ja, eh, sorry dat ik je onderbreek Jee, ik word nu toch wel een heel klein beetje moe van je onophoudelijke geratel.  Ik wil graag veel zien van en horen over Rotterdam maar niet allemaal in een half uurtje. Begrijp je wat ik bedoel, Jee?'
‘Nou en of ik dat begrijp, Petra!’  Vanaf Vlaardingen hebben we een stilte-fietstocht.  Over het mooie fietspad langs de Nieuwe Waterweg richting Hoek van Holland.  Na aankomst in Hoek van Holland luisteren we nog even naar het ruisen van de Noordzee, het krijsen van de meeuwen en een laag overvliegende traumaheli, die hier nu helemaal niks te zoeken heeft.   
Deze eerste lentedag kan, nu, om half twee in de middag, niet meer stuk. Het wordt zelfs nog leuker voor mij als Petra zegt dat ze met de trein terug gaat. 
Dan kan ik lekker in mijn eigen tempo, met een lekker windje mee, terug naar huis racen. Petra mailt me om kwart voor vier dat ze al thuis is. Kijk, dat soort dingen wil ik eigenlijk helemaal niet weten, hè, temeer daar ik nog ruim een uur te gaan heb. Grrrrrr.




(*) zie blog van 24-1-2011: Julliëta en de tickets.
    en  zie blog van 16-2-2011: Muts af!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten