vrijdag 18 maart 2011

Straatmeubilair

Tijdens het spitten in de gezamenlijke tuin bij onze woning, word ik opgeschrikt door het geluid van een auto-ongeluk. Net alsof er twee auto’s op elkaar knallen. Lijkt net…..het is niet zo. Een automobilist geeft even flink gas om weg te rijden uit zijn parkeervak; vergeet de halve betonnen bol op het stukje trottoir tussen zijn parkeervak en het volgende parkeervak; schuift met het nodige lawaai over die halve bol. De voorwielen draaien beide loeihard maar volkomen hulpeloos rond,  twintig centimeter boven de stoep. Die  halve bol, een stuk straatmeubilair,  is  waarschijnlijk bedoeld om haaks parkeren tussen twee vakken te voorkomen. De platen van onderen gaan er echt aan als de automobilist hier even niet goed oplet. Deze auto heeft voorwielaandrijving en nu beide voorwielen van de grond zijn, kan de automobilist gas geven wat hij wil maar het karretje komt niet vooruit.
Ik ken de chauffeur wel, niet echt goed. Hij werkt hier als projectleider van de opknapbeurt aan ons wooncomplex. Toch al weer een paar maanden.
‘Ik heb hier nou al zeker honderd keer geparkeerd en altijd is het goed gegaan; ook het wegrijden.’’ zegt hij.

Het leuke van onze buurt is dat in een mum van tijd allerlei hulptroepen komen aanzetten.
Mijn benedenbuurman Bob en ik, bieden aan om de wagen van de halve bol af te tillen en naar achteren te rijden. Dat is helaas moeilijker dan we dachten. Buur Bob begint gelijk tegen me te foeteren over de idiotie van die betonnen bollen:
‘In totaal liggen er dertig van die objecten hier in de straat. Als je die dingen weghaalt, hebben we vijftien parkeerplekken meer.’
‘Ja, dank je de koekoek Bob’, zeg ik, ‘ik zit echt niet te wachten op nog meer auto’s in deze straat. Van mij mogen die halve bollen ook weg, als er maar leuke boompjes voor in de plaats komen.’
Waarop Bob, de man met twee auto’s voor de deur, nog wat napruttelt en maar op zoek gaat naar stenen, waarop de voorbanden misschien grip kunnen krijgen. Dan komt daar de surveillancewagen van de wijkpolitie aanrijden.

Een van de wijkagenten, zegt me met een hogelijk verbaasd gezicht, dat hij al zes jaar in deze wijk surveilleert en dit de eerste keer is dat er hier iets loos is. Dat is dan ook wel gelijk flink raak!
Ik vertel de agent, dat er hier echt wel het een en ander gebeurt. Blijkbaar altijd buiten zijn dienst. Drie maanden geleden treiterde een groepje kutjochies de eigenaar van de woonboot hier aan de kade. Ze liepen over het dak van de boot, gooiden steentjes tegen de ruiten en de pas geverfde houten wanden. De eigenaar, een grote appelronde man, had ze al een paar keer gewaarschuwd. Ze gingen natuurlijk gewoon door. Naarmate de Bolle zich bozer maakte, zakte zijn kingsize jeans steeds iets verder over zijn bilnaad, tot grote hilariteit van de klootzakkies. Hij oogt machteloos en uitermate onzeker. Hoe bozer de bolle eigenaar werd hoe groter de  lol!   Achter de pleurisapies zie ik hem staan. De man met de grote glimmende kale knar, geheel in het leer. Met een  vleesmes in de aanslag. Naar het laatste knulletje dat een steen gooit richting woonboot, haalt hij uit met zijn mes. Een flinke jaap in de arm van het ventje. Die gassies stuiven alle kanten op, behalve de waterkant. 
De zaak loopt nog steeds. Er komt nog zó vaak politie bij die Bolle.  Die kale hebben ze trouwens nooit kunnen pakken.......hij zal nou onderhand best weer flink wat haar kunnen hebben toch? Misschien zelfs wel een baard?!
Destijds is de Bolle, naar eigen zeggen, tevergeefs een uur bezig geweest met 1-1-2 te bellen. Tsja, je kan als politie ook niet altijd overal boven opzitten, natuurlijk. 
De wijkagent kan dat beamen. Hij hoort dit verhaal voor het eerst.

O ja, er staat ook nog een auto boven op die halve bol: de voorbanden hebben grip nodig om te kunnen rijden. Dus 't voorkantje even opkrikken; met de krik van bovenbuurman Hans. Een paar stenen er onder de banden. Hellinkje maken. Kar naar achter duwen. Hans, Bob, de twee agenten, de projectleider en ik en o,la,la, toch nog bijna vergeten: Mohammed, de excuus-Marokkaan in deze blog, woont in  het begin van de straat bij de brug, blote benen onder een lange witte jurk, zwart jasje, zwart petje, sandalen, een vlassig, doorzichtig zwart baardje duwt ook enthousiast mee.
Project geslaagd. Helpers voldaan. De projectleider rijdt nu voorzichtig weg, toetert vrolijk drie keer en groet ons, nog dankbaar lachend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten