dinsdag 1 maart 2011

Wintersport

Vanmorgen vroeg, vijf uur, naar zoon Koos(25). Mijn wekker gaat om kwart over vier af. Gelijk er uitgegaan want anders val ik zo weer in slaap. Ik breng hem naar Centraal. Om twee over half zes gaat de Thallys-ski-expres naar ergens in Zuid-Oost Frankrijk. Koos gaat een weekje skieën met vriend Paul, die overigens al een weekje in het  wintersportplaatsje is. 

Klokslag vijf uur sta ik bij hem voor de deur. Bel aan. Meneer moet eerst nog even poepen en pissen. Na een kwartier komt hij aan zwabberen. Ik gooi de achterklep van de auto open voor zijn bagage.
Met een gigantische bier- (of iets sterkers) kegel ploft hij naast me neer.
‘Heb je je nu al vol gegoten?’ vraag ik.
‘Nu al?!’
Hij is al vanaf gisterenmiddag drie uur wakker. Die kegel is van het bier dat hij bij zijn vriend Mart naar binnen heeft gegooid. Hij is nog maar net thuis als ik bij hem aanbel.
Ongelofelijk,  mompel ik.
Wat nou…..?
Slapen kan hij straks nog genoeg. De treinreis duurt  zowat  acht uur.
Ik ben inmiddels klaarwakker. 
Ik doe dus de dingen verkeerd, die ik normaal ook verkeerd doe. Schakel makkelijk op de automatische piloot over. Even  gaat het fout…. en rijd ik, zoals gewoonlijk op de zaterdagochtend, naar de supermarkt in plaats van naar Centraal. Omdat de supermarkt om deze tijd een nogal verlaten indruk maakt, realiseer ik me dat er iets niet goed gaat. Niet fataal overigens. We komen  ruim op tijd op het station. Vijf voor halfzes.
Er wordt flink gecontroleerd op Centraal. De toegang tot perrons is met hekken afgezet. En wordt bewaakt door veiligheidsmensen. Als ik de mannen en vrouwen wil passeren zie ik hun vragende blik ‘wat komt u doen?’of ‘waar is uw kaartje’
’Ik wil me zoon even gaan uitzwaaien’, kan dat.
Allervriendelijkst zeggen ze dat het oké is en ze laten me gaan.
De scherpe bewaking is niet voor niets. Het is stapavond. Vele jongelui stappen nog, op dit ochtendlijk uur. Kinderen soms. Dronken, luidruchtige jongens, elkaar duwend. Meisjes hysterisch lachend en  hangend aan elkaars lijf. 
Met nauwelijks verholen tegenzin laten de controleurs ze het perron op. Allemaal hebben ze een geldig vervoersbewijs dus………………..

Koos rookt nog wat bij de rookpaal. We wisselen geen woord. Dan gaat hij in de trein zitten. Kijkt voor zich uit in de coupé. Ik sta op het perron. Een meter bij hem vandaan. Ik kijk naar hem. Hij negeert mij.  Het is twee over half zes de trein moet gaan. Een gegil komt van de de perrontrap. Er komen wat  lekkere meiden en lallende knullen aangezwalkt. De treindeuren sluiten zich. Een knul houdt met zijn bovenlijf de deur open voor het naderende groepje.
’Als je daar niet weg gaat, laat ik je hier weghálen.’ dreigt de conducteur.
Met tegenzin  geeft de knul toe. De trein vertrekt. Jongelui zwaar de pest in. Een del met een mooi lijf stompt en schopt tegen de vertrekkende trein.  Ze leidt mijn aandacht af. Dus vergeet ik te zwaaien naar Koos. Nou ja..................over een dag of tien zien we elkaar toch weer.

Niet echt verrassend dat ik, op dit vroege uur, in een alcoholcontrolefuik rijd. Prima actie. Want wat een ellende geeft alcohol niet in het verkeer. Mij kunnen ze niks maken. Ik heb tot op heden slechts koffie gedronken.  Het stinkt in de auto dank zij Koos, wel vreselijk naar alcohol dus word ik alleen al daarom bijna gearresteerd. De blaastest wijst echter uit, dat ik volkomen nuchter ben.
Ik kan me natuurlijk vergissen maar het lijkt net of die agent daar nu niet zo blij mee is.
Ik ga als ik zo dadelijk thuis ben eerst maar eens wat uurtjes slaap inhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten