donderdag 10 maart 2011

Tijm en alcohol

In mijn werkzame leven heb ik me op velerlei wijzen verdienstelijk gemaakt: zeg maar van classificeerder (zwart) tot controller (wit). Fabrieksarbeider (produktiemedewerker)was ik eigenlijk het liefst.  Tussen mijn 24e en 28e werk ik in een farmaceutische fabriek:  Blanser BV. Daar maak ik hoestsiropen (tijmstroop o.a.)  en  allerlei smeerseltjes die gebruikt worden tegen spierpijn, kneuzingen en dergelijke.

Ik heb daar twee leuke collega’s. De ene is Jeroen (23 jaar); meewerkend voorman. Hij is een heel erg drukke man, vriendelijk maar heel erg druk. Komt ’s morgens vroeg binnen rennen. Krijgt van de apotheker (de Chinese heer Ong) de productiekaarten voor de dag.  Jeroen neemt met mij die opdrachten door; Casper, die andere collega, is er meestal pas tegen half elf. Casper is bijna dertig, alcoholist en dichter; nee, echt, serieus: hij treedt in kroegen op als dichter. Zit tot vier uur ’s ochtend in de kroeg inspiratie op te doen. Het eerste dat hij doet als hij om half elf bij Blanser BV binnen is: een plastic bekertje met pure alcohol vullen, suikerklontje erbij en genieten.
Deze dag moeten we vijfhonderd liter tijmstroop maken. Dat is onze enige taak voor vandaag. Jeroen is inmiddels drie keer de fabriek op en neer heen en weer gerend en vertelt nu meneer Ong voor de derde keer, en deze keer verstaanbaar, dat er in de fabriek geen tijm meer is. We moeten dus naar het grondstoffenmagazijn in Bleiswijk. Ongeveer 10 minuten met de auto. Casper, ons dronken droppie hier achter laten in  de fabriek heeft geen zin.
‘Op onze afdeling is nu toch geen werk, dus Casper gaat gewoon met tijm halen!’ besluit Jeroen.

Zo’n magazijnexpeditie is altijd duur voor Blanser BV. We maken er doorgaan een gezellig uitje van. Koffie met gebak bij van der Valk om mee te beginnen. Bij lekker weer gaan naar  het Park bij Zestienhoven. Jeroen heeft een tas met sportspullen (voetbal, badminton rackets, kicks, tafeltennisbatjes en -balletjes enzovoorts) in zijn kantoortje staan. Die tas gaat altijd mee ‘naar het magazijn’. Meestal gaan we een balletje trappen of als het erg lekker weer is en er staat niet al te veel wind, dan gaan we badmintonnen. Jeroen en ik dan, want Casper ligt (bijna altijd) zijn roes uit te snurken. Nu eerst naar het magazijn! Thijm halen. Volop thijm in het magazijn. Ik opper dat we vandaag wel iets leukers kunnen kunnen gaan doen dan tijmstroop maken.  Alle drie zijn we het er snel over eens dat een middagje klaverjassen in de kantine leuker is dan hoestsiroop maken. De zakken tijm verstoppen we achter een stappel oude pallets. Eerst gaan we nog even een uurtje ballen in het Park Zestienhoven. Dan terug naar onze apotheker meneer Ong. Om hem te melden dat ‘er he-le-maal  niks meer is’……...
Wij horen het hem al zeggen:
‘Dat kan helemaal niet! Er staat nog 25 kilo op de voorraadkaart.’
Dan gaat hij ook nog eens met ons in Bleiswijk zoeken….….tevergeefs natuurlijk . Er zit niets anders meer op dan een nieuwe voorraad tijm aan te leggen.
‘Tsja meneer Ong, zo’n voorraadkaart zegt natuurlijk ook niet alles,’ lalt Casper. Hij moet wel een beetje op gaan passen, want onze apotheker is wel een beetje naïef, maar niet helemaal gek.

Morgenochtend vroeg komt de tijmleverancier pas. Vandaag is onze afdeling helaas improductief. Wel moeten we stand by blijven om aan het eind van de middag de insulineproductie naar het ‘gereed product magazijn’ te brengen. Tussen een en vier uur gaan Jeroen, Casper en ik in de kantine klaverjassen (met een boekje). Want Ong, die nu eigenlijk ook geen moer meer te doen heeft, wil geen vierde man zijn. Gewoon omdat hij de pest in heeft dat zijn voorraadkaartje niet klopt. Zo’n kinderachtig mannetje is hij nou.
Eigenlijk toch wel beter, dat hij niet mee doet, nu kunnen we alle drie alcohol van de zaak zuipen. Jeroen wordt onherkenbaar rustig van dat spul; hij zit alleen te verzaken bij het leven.
 De voorraadkaart  ‘Alcohol’ zal straks wel niet meer kloppen.
Vorige maand liet Jeroen ‘per ongeluk’, een literfles alcohol uit zijn handen vallen.
‘Wat zonde,’ zei Jeroen tegen meneer Ong, ‘die fles zat nog zowat helemaal vol……’
‘Ja, ja,’ zei Ong, ‘dat klopt, volgens de voorraadkaart was er pas 50 ml verbruikt.’  




 Ooit tsjokvol: lege flessen pure alcohol
  (Casper Negt)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten