dinsdag 29 maart 2011

Stomme Polen


Tijdens een wandeling door het Oude Noorden repeteer ik de tekst voor de rol die ik in een toneelstuk ga spelen. Het stuk heeft de vage titel: ‘Luchtwortels’ en het gaat over ‘vrijheid en meningsuiting’. Wij, de spelers, hebben hebben het stuk zelf gemaakt. In mei spelen we voor publiek.


Het leren van de tekst gaat bij mij in stilte. Natuurlijk begin ik met lezen. Dan bij stukjes en beetjes (scènes) uit mijn hoofd leren. Dat doe ik terwijl ik in huis of op de tuin loop te ijsberen. 
Tijdens wandelingen of fietstochten smeed ik die scènes aaneen tot een geheel. Het toneelstuk bestaat uit vijf scènes en na tien fiets- of wandeltochten ken ik de hele tekst wel uit mijn hoofd. Daarna is het dagelijks bijhouden tot en met de laatste dag van de voorstelling.  

De vraag die bij de lezer zal opkomen is:
‘Waarom schrijf je dit nu allemaal in dit blog, Jee? Heb je  misschien het idee dat er lezers zijn die dit echt interessant vinden?’ 
Echt super interessant is dit natuurlijk allemaal niet maar dat is ook een beetje ‘des blogs’. Nu eens is een blog interessant, dan weer eens wat minder.  Bovendien: niemand is verplicht om een letter van dit blog te lezen, toch?.

Wanneer ik tijdens een wandeling of fietstocht mijn tekst 'in mezelf' repeteer, komt het wel eens voor, dat er ineens een stuk tekst hardop uit mijn hoofd vliegt.
Ergisteren nog fietste ik langs de Rotte. Mooi gebied, groen, rustig. Rijd langs een bejaard stel dat ontspannen langs het riviertje zit te recreeëren. Paps schenkt uit de thermoskan een lekker bakkie koffie in voor mams.
Uitgerekend op de plek waar die oudjes zitten, knal ik mijn tekst er uit.
‘ Nee!!! Trut dat je er bent! Niet alléén Joden!’
Uit mijn linker ooghoek zie ik dan nog net de tuinstoel van paps omver kieperen. De thermosfles, die hij van schrik loslaat, verdwijnt met een fraaie curve in de Rotte. 

Vanmorgen nog: schaterend van het lachen loop ik, met mijn handen diep in mijn zak, over de Noordsingel, langs een groep basisschoolleerlingen en ik roep luid over straat:
‘Hahaha. Jajajaja. Fout. Hartstikke Fout. Hahaha!!’ 
De kinderen zien er de lol wel van in; ze stoten elkaar lachend aan, zo van:
‘Die is gek.’
‘Doorlopen, jongens,’  zegt de onderwijzer tegen ‘zijn’  kinderen, ‘en sta die meneer niet zo stom aan te gapen! Kom, doorlopen!’

Op sommige teksten zijn de reacties wat heftiger. Kan ik me goed voorstellen!
Woedend zijn die Polen; de een zit op de bestuurdersplaats van de al wat oudere Mercedes: zijn maat zit op de achter bank. Allebei de portieren staan open. Ze zitten dwars op hun stoel. Benen bungelend buitenboord. Ze roken een behoorlijk lange sigaret met filter.
Mij ontglipt dan het bevel:
‘Aussteigen schmutzige Schweinhunde! Und schnell, ja!!’
Ik heb het nog niet gezegd of het is me duidelijk: deze Polen spreken erg goed Duits, zij zijn boos en heel sterk.
‘Ja, entschuldigung, meine Herrn,’ zeg ik, ‘aber Ich übne nur ein text für ein Schauspiel, wissen Sie…….’ toen draaide de grootste van de twee Polen mijn arm nog net iets steviger om. Uiteindelijk geloofden ze mijn verhaal wel; dat ze het niet persoonlijk moesten opvatten. Alles bij elkaar kostten die stomme Polen me wel mooi een uur van mijn tijd  èn een krat bier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten